137 doen. De kosten der expeditie zouden daardoor niet noemenswaard worden verhoogd. Het werk van den Generaal Lalmre toont aan, dat Cavalerie in Indië veel vermag, al wordt ook de waarde van dat werk aanmer kelijk verminderd door vele onnauwkeurigheden. De waarheid lievende cntiek van Dr. De Hollanderdie het boek uitsluitend uit hpt oogpunt van land- en volkenkunde beschouwt, brengt zelfs een met militair lezer, die weinig van Indië af weet, op het idee, dat het geput is uit een verzwakt geheugen en opgesmukt is door de werking der fantasie. Dit neemt echter niet weg, dat men er in hoofdtrekken uit kan leeren, hoe de Cavalerie vroeger in Indië is gebruikt geworden, en het is dus ook datgene wat de recensie van het werk van Generaal Lahure in het „Indisch Militair Tijdschrift" heeft willen doen uitkomen. Die recensie bevat verder een aantal beschouwingen, waarmede wij gedeeltelijk in gevoelen verschillen en welke wij vermeenendat beter op eene andere plaats t'huis zouden behooren. Met de beschouwing over de eischen voor een goed cavalerieofficier zijn wij het volkomen eens. Een juiste tactische blikvlug oordeel groote besluitvaardigheid, zelfstandigheid en moed zijn hoofdeigenschap pen voor ieder aanvoerder, maar vooral voor een cavalerieofficier. De reden daarvoor is gelegen in de bewegelijkheid der Cavalerie. Daar elke beweging bijna altijd in een snel tempo geschiedtvolgen de oogenblikken van handelen elkander zeer snel op, zoodat er weinig tijd is tot overwegen, en geene lange pauzen tot het doen van com mando's beschikbaar kunnen zijn. Dikwijls zullen de chefs der Infan terie en Artillerie den tijd hebben, een eens genomen besluit te verande- ren, wanneer dat hoogst noodzakelijk is; bij de Cavalerie evenwel vallen besluit en uitvoeringwil en daad samenis eenmaal het commando gedaan of het signaal geblazen, stuift de troep in galop of ren vooruit, dan kan aan geen veranderen worden gedacht, en de aan voerder wordt door het geweld van het oogenblik medegesleept. Is Toch niet op het gebied der cavalerietactiekEn dat is voor ons hoofdzaak. Redactie. ie recensie verzwakt in geenen deele de waarde der tactische beschouwingen van Lahure. Zij had dus hier, waar van geene land- en volkenkunde sprake is, buiter. beschouwing kunnen blijven. Zie „Militaire Spectator," 1880, No. i. Redactie.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 146