- 147
aanvallende afdeeling Cavalerie op drie liniën. De eerste linie, de
eigenlijk aanvallende, de tweede linie voor of- en defensief gebruik,
en de derde linie als reserve. Yan deze opstelling werd dan ook
in den Franscli-Duitschen oorlog gebruik gemaaktterwijl men, om
dat bij de beste Cavalerie toch openingen in de 1° linie ontstaan, in
de 26 linie nog kleine afdeelingen plaatste, welke dienden om die
openingen aan te vullen.
Uit het hier aangevoerde laat zich verklaren, dat de meeste cava-
leriegevechten bestaan uit eene opeenvolging van front- en flank-
aanvallen, terwijl het voordeel bij overigens gelijke omstandigheden
blijft aan de party, welke de tegenpartij het laatst in de flank kan
aanvallen.
Hoewel de formatie der Cavalerie, bij den aanval in het algemeen,
van groot belang is, zoo is zij toch van minder beteekenis dan de
keuze van het juiste oogenblik en de goede directie.
Zoo komen we terug tot het idee van den schrijver omtrent het
terrein en de verkenning daarvan.
De dikwerf geuite meening, dat Cavalerie, om werkdadig op te
treden, geheel effen en open terrein noodig heeft, berust op een
dwaalbegrip. Op zoodanig terrein toch zou zij voortdurend zijn
blootgesteld aan het vijandelijk vuur; de gelegenheid om zich be
dekt op te stellen en hare sterkte te verbergen, zou haar ten eenen-
male ontbreken; zij zou niet meer kunnen rekenen op dien grooten
factor voor het succes: het verrassend optreden! Cavalerie heeft
golvend of gedeeltelijk bedekt terrein noodigwaar zij zich aan het
vuur kan onttrekken, waar zij zich, aan het oog des vijands verbor
gen, kan opstellen, om onverwachts te voorschijn te treden als de kans
gunstig voor haar is.
Het behoort dus eene voortdurende zorg te zijn voor ieder cava-
lerieofficier om de voordeelcn uit te vorschen, welke de gesteldheid
van het terrein aanbiedt voor bedekte opstelling en verrassend op
treden. Wat de verkenning van het terrein betreft, waarop de aan
val moet gebeuren, deze moet volgens onze meening ten allen tijde
plaats hebben, en zal ook meestal kunnen gebeuren, zonder nadee-
ligen invloed op den aanval zeiven.
Krijgt men last, een aanval te doen, zonder dat men den tijd