148 -
heeft gehad, het terrein te verkennen, dan is het toch gebiedend
noodzakelijk, die verkenning vóór den aanval te doen plaats hebben,
door eenige officieren, onderofficieren of intelligente tirailleurs vóór
uit te zenden, die door afgesproken teekens den aanvoerder kennis
geven van werkelijke terreinhindernissen. Men behoeft dus niet te
wachten tot dat deze ruiters terug zijn, en het eclaireeren van het terrein
zal (daar het steeds oogenblikkelijk in gestrekten galop geschiedt)
geen oponthoud veroorzaken. Moet men van de plaats der opstelling
tot den renloop overgaan (iets dat bijna nooit voorkomt) dan is
natuurlijk het eclaireeren niet mogelijk. De te doorloopen ruimte
is dan echter zoo klein, dat men onoverkomelijke terreinhindernissen
wel heeft kunnen bespeuren. Het is eene fout wanneer men vóél
den aanval, al is het misschien ook ten koste van een paar ruiters,
het terrein niet laat verkennen. Nimmer mag eene charge onderno
men worden, zonder verkenning van het terrein. Dikwijls is in
jEuropeesche oorlogen deze regel verzuimd, hetzij door overdreven
voortvarendheid of door onbedachtzaamheid, en meermalen is eene
nederlaag hiervan het gevolg geweest. Men bedenke, dat dit ver
zuim van den aanvoerder dikwijls betaald wordt met het bloed van
den soldaat. Zou de Cavalerie bij de 2e Atjehsche expeditie in den
modder zijn gezakt, wanneer het terrein eerst verkend ware geworden,
of was zelfs voor het eclaireeren in ren geen tijd?
Bovenstaande voorschriften, elementaire punten uit de cavalerie-
tactiek, bekend aan ieder cavalerieofficier en gebaseerd op de on
dervinding, had de schrijver liever niet in zijne boekbeschouwing
moeten bespreken. Het is te ondernemend om, tegen de voorschrif
ten van specialiteiten in, te gaan doceeren hoe men moet doen
Er was toen geene sprake van eene chargemaar van eene eenvoudige verken
ning. Had de geachte schrijver het boek van G-eneraal VerspijcJc gelezen en de kaart
van Atjeh vóór zich genomen, dan zoude hij deze vraag niet gedaan hebben. Red.
De docent is Generaal LahureDe geachte schrijver schijnt geen hoogen dunk
te hebben van de ideëen van dien Generaal, een cavalerist in merg en nieren, over
de charge, 't Zijn de ideëen van dien Generaal, die door den schrijver veroordeeld
worden. Had hij dat mogen doen, zonder eerst het boek van Lahure te hebben gelezen
Hier wordt zoodoende de staf over de theoriën van een beproefden en ondervinding
rijken wapenbroeder gebroken! Ons dunkt, dat meer nadenken bij de beoordeeling
daarvan niet zoude hebben geschaad. Redactie.