153
Plaat no. 6.
Ten behoeve der 2e expeditie tegen Atjeli werden drie magazijns-
barakken voor de Militaire Administratie, door den Luitenant-Kolonel
der GeDie J. Ph. Ermeling ontworpen, medegenomen.
De inrichting dezer gebouwen is op de teekening voorgesteld en
vereischt weinig nadere toelichting; de vorm der gebouwen behoeft
echter eene bijzondere verklaring.
Men had noodig eene goede voorziening in de dadelijke behoefte
aan magazijnsruimte en een magazijn, dat ook later voorloopig bij
onze vestiging in Atjeh kon blijven dienen.
De ontwerper had dus in het oog te houden, dat de magazijnen
van semi-permanenten aard zooveel mogelijk beveiligd tegen diefstal
en brandgevaar moesten zijn, doch op het strand in Atjeh met den
meest mogelijken spoed moesten kunnen worden opgericht en zoo
noodig verplaatst.
Veiligheidshalve werd alzoo gerekend op geheel houten gebouwen
met ijzeren dakbedekking ten behoeve der absolute lekvrijheid.
De belangrijkste factor van het plan was natuurlijk eene gemak
kelijke en hooge opstapeling der magazijnsgoederen, waardoor, was
zij mogelijk, met eene minimaal oppervlakte van gebouwen zou kun
nen worden volstaan.
Y oor deze opstapeling de noodige stellingen en de daarmede over
eenkomende hooge gebouwen mede te nemenging natuurlijk niet aan.
De ontwerper kwam dientengevolge op het denkbeeld, een stelsel
van stellingen zóó te maken en te verzwaren, dat deze het dak, voor
hare indekking noodig, naar behooren konden dragen.
De stellingenop 2 of meer meters van elkander los op den grond
geplaatst, dienen tevens als zijwand en geven voldoenden steun aan
het afzonderlijke dakboven den gang door de tusschenruimte aan
geboden, gelegd.
In het belang van gemakkelijke plaatsing en van groote stijfheid
is niet het gewone gordingstelsel, maar het gebintstelsel voor
het geraamte dezer magazijnen verkozen, waardoor alles, wat naar
YI. DE MAGAZIJNSBARAKKEN.
Dit stelsel werd door den ontwerper reeds vroeger voor de houten gebouwen te?
Zuider- en Ooster af deeling van Borneo met goed gevolg ingevoerd.