154 fundeering zweemt, wordt vermeden. De gebinten zeiven dienen zoo voor ondersteuning van den vloer als ten behoeve van de verticale opstapeling der goederen [c. q. ook op tusschenzolders] en tot on dersteuning van de middenzoldering, voor lichte, uitgepakte voorwer pen bestemd. Eene ruime ventilatie is onder den vloer, onder de zijdaken [door het weglaten van de uiterste vloerplanken] en onder de wat hooger geplaatste middenkap verkregen; de laatste waarborgt tevens eene voldoende verlichting om ramen en bovenlichten overbodig te maken. De geheele constructie kon dus geacht worden, in overeenstemming te zijn met het beoogde doel. Wel zou de temperatuur binnen deze barakken iets hooger zijn dan bij eene andere constructie, waarbij het dak hooger is en zijwanden worden aangebracht, doch door eene goede plaatsing ten opzichte der zon [zooveel doenlijk Noord-Zuid] en der heerschende windrichting en door het aanbrengen van hek deuren, bij regen door zeilen te sluiten, werd vertrouwd, dat geen bezwaar zou zijn. De afmetingen van het gebouw werden zoo genomen, dat de grootste houtwerken nog voldoende licht bleven om uit de hand te kunnen worden geplaatst en opgesteld. De ondervinding heeft geleerd, dat de overwegingen, waarop de constructie gegrond was, juist zijn geweest. Met de inrichting der vivresmagazijnen was de Militaire Administratie zeer ingenomen, schrijft de Chef der expeditionaire Grenie in zijn technisch verslag omtrent de geniedienst bij de expeditie. Blijkens de teekening was het de bedoeling, dat de gebinten op 2 M. afstands van elkander geplaatst zouden worden; de vloer zou tusschen die gebinten door een tusschenligger ondersteund worden. Bij de opstelling in Atjeh achtte men het echter wenschelijk, de magazijnsruimte nog met 4- te vermeerderen door de gebinten op 2,40 M. van elkander te plaatsen en den vloer door twee tusschen- liggers te ondersteunen. De practijk heeft geleerd, dat hierdoor de zolders minder bruikbaar werden en de dakbeschotplanken te sterk krom trokken; in beginsel is deze wijziging dus niet raadzaam. De afmetingen der houtwerken blijken uit de teekening; alleen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 163