183 vinden om, wil men nog iets van de Infanterie maken, dat op schutters gelijkt, dit wapen mindere eischen te stellen en een minder ver dragend wapen in handen te geven. Is deze redeneering juist, dan vragen wij is dit geene verderfelijke theorie. Wij gaan van een geheel ander en, naar onze bescheiden meening, het eenige juiste standpunt uit, en hebben ons eenvoudig de beantwoor ding der navolgende vraag voorgelegdMoet het Indische leger, dat morgen kan geroepen worden, tegenover een Europeeschen vijand te staan, zijne bewapening niet op gelijke hoogte trachten te houden met die der staten, welke, door verbeterde vizierinrichting en verhooging der ballistische uitwerking, er naar strevende meest mogelijke vuuruitwer- king, zelfs op groote afstanden, te verkrijgen. Het lijdt geen twijfel, dat deze vraag niet ontkennend kan beantwoord worden. Dit aangenomen zijnde, dient er dan ook met ernst aan gedacht te worden, den troep overeenkomstig de daaruit ontstane eischen te oefe nen en den hoogsten graad van bruikbaarheid te doen bereiken. Al de bezwaren, door den „Infanterist" opgesomd, bestaan dan ook voor ons niet. Het doel, waarvan sprake is, streng voor oogen houdende, moe ten die bezwaren zwichten. Door minder wachtdiensten en meer theo- riën, met zorg geleid, zouden wij de oefeningen veelvuldiger willen doen plaats hebben en tevens trachten, die vruchtdragender te doen zijndoor betere voorwaarden van overgang zouden wij trachten, belangstelling en ijver op te wekken; en door het doen aanleggen van meer schietba nen, waardoor per peloton of sectie geschoten kan worden, zouden wij trachten, het afmattende van het schijfschieten in een Indisch klimaat zooveel mogelijk tegen te gaan, zoomede het naar huis verlangen van officieren en manschappen, daar de tijd voor de oefening daardoor tot een minimum zoude worden teruggebracht, en er dus geene reden kan be staan om aan de oefeningen niet de noodige zorg te besteden. In de eerste plaats zal toch wel het goed kunnen schieten voor de Infanterie een eerste vereischte zijn en blijven, waaraan noch zorgen, noch kosten mogen gespaard worden, daar van de geoefendheid daarin en de oordeelkundige toepassing van haar vuur grootendeels de over winning afhangt. Haar optreden is vernietigend en beslissend en kan dat zelfs reeds zijn op groote afstanden. Zoo zien wij, dat bij proeven denavolgende treffers verkregen zijn op eene compagnie van 80 M. frontbreedte. op 1000 M. in linie 20 °/0 colonne 65,7

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 192