10 lichaam met jenever te vullenen dan komt men, den Indischen soldaat ziende, soms (laat ik liever zeggen vaak) tot zeer ongunstige gevolgtrekkingen omtrent zijn moreel gehalte. Helaas, er kleeft veel oneerlijks aan ons suppletiestelsel, dat luide verkondigd zou worden, als het niet gesmoord werd door den klank der zilverlingen; vraag het den opper-werver Vignix\ Beseffen de publicisten wel, welk lot de Hollandsche jongen, die zes jaren in de Oost wil dienen, te wachten staat? Wij zullen dat in korte woorden zeggen. Als de man in leven blijft en gedurende die zes jaren trouw en eerlijk ge diend heeft, met opoffering zijner beste levenssappen, dan kan hij zonder een cent in den zak naar Nederland terugkeeren en daar zijn fortuin gaan zoeken. Hebben wij dus het recht, als in den laatsten tijd geschied is, zoo veel van het in het Indische leger dienende vreemdenelement te zeggen, zoolang er nog vreemdelingen gevonden worden, die willen doen hetgeen het gros onzer landge- nooten niet wenscht te doen O, indien er eens geene vreemdelingen meer waren! Wij hebben het bovenstaande met eenige harde woorden terne- dergesteld, omdat het hoog tijd wordt, de waarheid eens te doen hooren, vooral voor hen, die klagen over den weinig militairen geest onder onze volksklassen en het merkbaar afnemen van den lust in Nederland om bij het Indische leger te gaan dienen. Die beide beweringen zijn onwaar; doch hierover later meer. We zullen nu trachten, aan te toonen, waarom eene Indische brigade moet afspringen op de weinige rekening, die de voorstellers houden met het klimaat, de leefwijze en de toestanden in Indië. Yele soldaten komen in dit land aan, zonder eenig begrip te heb ben, dat hier voor hen een nieuw leven begint; dat ze met energie en geduld den nieuwen toestand onder de oogen moeten zien. Het verblijf gedurende de laatste maanden in het vaderland strekte dan ook niet om hen daarop voor te bereiden en daarvoor te harden. Ja, 't is waar, iets zouden we haast vergeten. Te Harderwijk namelijkwordt voor de vertrekkenden kerk gehouden, waarbij onveranderlijk de woorden: met God, voor Koning en Yaderland! gehoord worden. Het zijn fraaie, echt Nederlandsche woorden; meer valt er niet van te zeggen! Maar worden er wel doeltreffende maatregelen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 19