191 - geen de Chef van den Generaten staf doen moet. Uit dit artikel kan afgeleid worden, dat de Legercommandant tevens archivaris is! (10) "Wat wordt onder het welzijn van 's Konings dienst verstaan? Dit leest men uit den tweeden zin van het artikel. Alles wat niet in strijd is met de koloniale politiek. Wat hebbe men te verstaan onder de koloniale-politiek van die dagen en wellicht ook thans? Men leze dit uit de „Suppletoire punten van instructie voor den Gouverneur-Generaal van Nederlandsch-Indië," gearresteerd bij Koninklijk besluit dd. 13 October 1842, La O, 35. Die instructie bevat zes artikels. Voor het leper is het voldoende, dat wij daarvan slechts de eerste vier artikels (zie „Tijdschrift voor Ned.- Indië", jaargang 1851) overschrijven. Art. 1. De Gouverneur-Generaal zal, in overeenstemming met de inzigten van het Opperbe stuur in het Moederland, de geldelijke maatregelen en schikkingen van hetzelve met al zijnen invloed ondersteunen; en zal, door gepaste middelen, medewerken tot gestadige vermeerdering van het beschikbaar voordeelig slot, ten behoeve van het Moederland, Hij zal de beraamde schikkingen stiptelijk naleven, onverminderd zijne bevoegdheid, om daartegen bedenkingen in te leveren. Art. 2. Hij zal de voorstellen der administrerende Departementen en ambtenaren, strekkende tot vermeerdering der uitgaven, zoo dezelve op geene onvermijdelijke noodzakelijkheid steunen, beschouwen als onvatbaar voor inwilliging of ondersteuning. Art. 3. Het bewaren van de meest mogelijke eenstemmigheid met het Departement van Koloniën zal het doel zijner pogingen zijn. De gewigtigste- bedenkingen en aanmer kingen, welke hij aan dat departement mogt hebben mede te deelen, zullen het onder werp zijn van zeer vertrouwelijke brieven. Art. 4. Eene openbare gisping der handelingen van het bestuur onvereenigbaar zijnde met het in Nederlandsch-Indië bestaande stelsel van Regering, zal de Gouverneur-Generaal elke passende gelegenheid te baat nemen, om aan de autoriteiten en ambtenaren in te scherpen, dat eene stipte onthouding daarvan eene der voorwaarden is van de voortduring hunner betrekkingen in de dienst van het Gouvernement. En aangezien op dezelfde gronden eene onbetamelijke gisping der maatregelen en beschikkingen van het Opperbe stuur in Nederland behoort te worden geweerd, zal de Gouverneur-Generaal die wering beschouwen als eene zijner bepaalde verpligtingen. Alle rapporten en schrifturen, hem door zijne onderhoorigen ingeleverd waarin van den bovengemelden regel mogt worden afgeweken, zal hij beschouwen voor onvatbaar voor aanneming en behandelingonverminderd elks bevoegdheid en verpligtingom daartoe geroepen, zijne gevoelens over de openbare aangelegenheden van het koloniaal bestuur voor te staan en te ontwikkelen, met al den ernst, bestaanbaar met de be scheidenheid en den eerbied, die den mindere jegens den meerdere voegt. (11) De instructie zegt dus niet alleen wat de Legercommandant doen moet, maar ook wat hij niet doen mag. De laatste volzin is een verbod voor machtsovertreding. (12) Alzoo moest ieder Legercommandant zijn dcfensiestelsel ontwerpen. Die bepaling

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 200