206 weinig waarde, wanneer niet de Natie ten volle liet besef heeft, wat tot verdediging van Nederland noodig is, en is onuitvoerbaar zoolang het karakter en het doel der schutterijen niet worden veranderd. Maar ook deze verbetering, als wij die zoo noemen mogen, kost gold en verzwaart de persoonlijke lasten. In de eerste plaats doen wij de vraagwaar moet het geld van daan komen. Nederland heeft, sedert jarengedaan als de rijke man, die vele nieuwe huizen liet bouwen tot dat zijn geld op waswaardoor hij genoodzaakt werd, fondsen op te nemen, om voor het onderhoud te zorgenterwijl hij, toen het meerendeel dier huizen of de plaatsen, waar zij stonden, uit den smaak raakten, slechts nadeelen van zijne verkeerde handelingen ondervond, en na zijn dood door zijne kinderen en het publiek van kortzichtigheid en roekeloosheid werd beschuldigd, afgescheiden dat zijne gedragingen, met het oog op den nagelaten schuldenlast, onverantwoordelijk werden genoemd. Yoor eenigen tijd nog vloeiden de Indische baten jaarlijks over vloedig in Nederland1 s schatkist, waarvoor o. a. vele en de nieuwste soort van forten werden veranderd en gebouwdterwijl verder uit het oorlogs budget voor nieuwe bewapening, enz. kon gezorgd worden. Om daarin eenig verband te brengenniet door ieder minister kostbare veranderingen als dringend noodzakelijk te zien voorstellenen de grenzen der uitvoerende macht ook eenigszins te bepalen, werd eene vestingwet aangenomenwaar aan het verdedigingstelsel gebonden werd. Nu heeft Nederland forten, batterijen, enz. maar de verdedigers van het land ontbrekenwant behalve, dat nu reeds bij eene algeheele mobilisatie, door het bezetten van de bestaande versterkingen achter uitgestrekte waterliniën en langs de kust, voor het eigenlijke veldleger, zonder hetwelk eene verdediging nooit tot een goeden uitslag kan voerenzeer weinig kan bestemd wordenzoodat men daarmede niet of misschien onder eene buitengewoon gunstige omstan digheid kan optreden, zal dit incompleet zeker grooter worden, wanneer de nog aan te legggen werkenwaarvoor ook weder veel geld noodig is gereed zullen zijn. De directe voordeelen uit Indië worden met elk jaar minderwant de overdreven voorstellingen van Java's vruchtbaarheid komen meer en meer aan het lichtterwijl al de buitenbezittingen te zamen weinig- of geene voordeelige saldo's kunnen afwerpen. De lasten, op de Neder- landsclie bevolking te leggen, zullen dus vermeerderd moeten worden zoowel in geld als in dienstplicht. Reeds in 1873 noemde de Generaal Knoop de aanneming der vestingwet „eene ramp voor het krijgswezen", en wij ver eenigen ons met hen, die deze wet als eene gevaarlijke wonde in ons volks bestaan beschouwen. En wanneer men nu inziet, dat die wet niet kan uitge-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 215