213
Elke Grondwet voldoet langzamerhand niet meer aan de behoeften van
het oogenblik, zoodat veranderingen daarin noodzakelijk worden; vooral
wanneer zij, zooals al onze Grondwetten, naar één model is gemaakt, dat
niet paste voor het karakter van ons volk.
Maar dat herzien levert groote moeilijkheden op, zooals de geschiedenis
der laatste 100 jaren, gedurende welke grondwetten in verschillende lan
den bestaan, duidelijk aantoont, en voorzeker de schaduwzijde is van eene
Grondwet. Yooral de voorzichtige Hollander schuwt verandering, laat
zich niet leiden door enkele personen, hoeveel gewicht deze ook mogen
hebben, en wikt, weegt en berekent, vooral waar het materieele belangen
betreft, dikwerf zóó lang, dat het streven naar volmaaktheid en de moei
lijkheid om de traagheid te overwinnen, zeer vele nadeelen opleveren.
Is een al te streng vasthouden aan de letter niet wenschelijk bij elke
wet, in het bijzonder is dit om voormelde redenen het geval bij onze
Grondwet, welke zonder raadpleging der geschiedenis van 17971848
onverstaanbaar is. Eene historische interpretatie, in verband gebracht
met bestaande toestanden, is daarom eene vereischte.
Wel is waar zou dit eenigszins minder het geval kunnen zijn bij de
artikelen van het defensie-hoofdstuk; want het juist bepalen en vaststel
len der zware lasten, aan de ingezetenen op te leggen in vredestijd voor
de handhaving der onafhankelijkheid van Nederlandis meer noodig dan
voor elkander beginsel, in de Grondwet nedergelegd; hoe minder vrijheid
tot afwijking bestaat, zonder daarom uitvoerig te worden bij het vaststel
len der bepalingen, des te geringer zal de druk zijn voor hen, die de
Jasten moeten dragen; terwijl men daardoor minder vrees behoeft te koes
teren voor verandering bij eene door de toestanden noodzakelijk geoor
deelde herziening.
Doch ons achtste hoofdstuk heeft nooit voldaan; en ongetwijfeld zal
nu, na de vele veranderingen tijdens de vredesjaren, waarin Indische
bijdragen en Nederland's welvaart partijschappen deden ontstaan, ten nadeele
van het behoud onzer nationaliteit even als dit in de laatste helft der
vorige eeuw het geval wasen waarvan de nadeelen zoo ruimschoots
zijn ondervonden eene herziening van dat hoofdstuk, om daardoor
zwaardere, doch meer gelijkmatige lasten, in het belang van Nederlands
onafhankelijkheid, op de ingezetenen te leggen, moeilijker zijn dan ooit,
en achten wij haar op dit oogenblik ook niet mogelijk, hoezeer wij
van de noodzakelijkheid er van overtuigd zijn.
Zeer juist zegt de oud-Minister van Oorlog Den Beer Poortugael op
bladz. 24„Eene regeering moet niet bij het volk noch bij het kie-