215
vertegenwoordigers noodig, om kundige en eerlijke ministers te steunen,
die ons volksbestaan en de welvaart der Natie boven alles stellen.
Moge de inhoud zijner brochure thans al geen bijval vinden, later zal
zij na eenige voorbereidende wetten en na eenige veranderingen in de
opvoeding en in het stelsel van onderwijs der bevolking, voorzeker meer
waarde erlangen.
Eene aandachtige lezing is die brochure ten volle waard!
O O
Onze Indische financiën. Nieuwe reeks
aanteekeningen, door E. De Waal. I. Inlei
ding Staatkundige gegevens. II. Eindcij
fers. Bijdragen aan het moederland. Hoofd
bestuur. Landmacht, III. Zeemacht en aan
verwante zaken. Stoompaketvaart. Zeeroof.
Staatkundige aangelegenheden der buiten
bezittingen. 's GravenhageMartinus Nij-
Jioff. 1876, 1877, 1879.
In eene nieuwe reeks aanteekeningen over onze Indische financiën,
waarvan reeds drie bundels Nederlandsch-Indië bereikten, stelt de ge
wezen Minister van Koloniën E. De Waal zich voor, den tegenwoordi-
gen toestand aan een grondig onderzoek te onderwerpen.
Daartoe beschouwt de schrijver eerst den politieken toestand, die in
den eersten bundel afgehandeld wordt, waarin achtereenvolgens sprake
is van de verhouding tot het buitenland, den omvang en den aard van het
eigen gebied en de politieke gesteldheid der bevolking onzer Oost-In
dische. bezittingen, terwijl in den volgenden bundel over wordt gegaan
tot de financiën zeiven.
Bij de behandeling van het laatstgenoemde is het plan van den
schrijver, volgens het begin van het tweede stuk: „eerst kennis te ne
men van de eindcijfers der ontvangsten en uitgaven van Nederlandsch-
Indië van af 1860; en tevens, als toelichting over de vorige tien jaren;
dan stil te staan bij de door die cijfers aangewezen overschotten, en
meteen bij het vraagstuk der bijdrage aan 't moederland; vervolgens
de financieele geschiedenis van eiken afzonderlijk beschouwingswaardigen
tak der Indische huishouding na te gaanen wanneer deze ontleding
en historische toelichting over het gansche beheer volbracht zijn, de
bevindingen samen te vatten, er besluiten op te gronden voor de naaste
toekomst."