216
In liet tweede stuk der aanteekeningeu behandelt de schrijver dan ook
eerst de eindcijfers der ontvangsten en uitgaven, de daaruit volgende
overschotten en het vraagstuk der bijdrage aan 't moederland, om daar
na in het zelfde stuk nog over te gaan tot de financiëele geschiedenis
van het Hoofdbestuur in Indië en de Landmacht.
In het derde stuk worden daarna als inleiding tot de financiëele ge
schiedenis der Zeemacht in Indië de noodig geachte denkbeelden en his
torische feiten ten beste gegeven.
Daar de schrijver de gegevens, welke daartoe noodig waren, niet al
leen put uit de (officieële) „Koloniale Verslagen" en „Begrootingen van
Nederlandsch-Indiëmaar tevens uit tal van standaardwerken en van
niet gedrukte bescheiden, die door verschillende Ministers ter zijner
beschikking werden gesteld, zoo worden den lezer tevens tal van we
tenswaardige feiten medegedeeld, die tot nog toe niet algemeen bekend
waren.
Deze korte opgave van den rijken inhoud der aangekondigde „Aantee-
keningen" zal, bij de wetenschap, dat de Heer De Waal de schrijver is,
voldoende zijn om die door het Ned.-Ind. officierscorps met belangstel
ling te doen ter hand nemen. Niet alleen toch zal het die ten zeerste
waardeeren als eene mededeeling der besluiten, die een oud-minister en
oud Indisch hoofdambtenaar, na eene gezette studie uit de politieke en
financieele geschiedenis van Ned.-Indië gedurende de laatste jaren meent
te moeten trekken, maar tevens zal het die begroeten als een werk, dat
ook anderen zal opwekken, om over den tak der Indische huishouding,
waaraan zij hunne krachten wijden, hunne denkbeelden mede te deelen
en dat zoo op nieuw den stoot kan geven tot een op feiten gebaseerd
grondig onderzoek naar de beginselen, waarvan bij het beheer onzer ko
loniën in het algemeenen bij dat van eiken tak der Indische huishouding
in het bijzonder, in den vervolge moet worden uitgegaan.
Voor het leger is in het bijzonder dat hoofdstuk der Aanteekeningen"
meer direct van belangdat de Landmacht behandelten verder die ge
deelten der andere hoofdstukkenwaarin de verdediging van Java be
sproken wordt.
Den rijken inhoud van'schrijvers „Aanteekeningen" hier in beschouwing
te nemen, zou, daargelaten; dat ons daartoe de tijd ontbreektde grenzen
eener boekaankondiging overschrijden; doch wij uiten den wensphdat de
onderafdeelingen van legerbeheer, die de Heer De Waal in zijne studiën
behandelt, door anderen achtereenvolgens grondig zullen worden bespro
ken. Ons zij het vergund, hier eenige kwestiën ter sprake te brengen,