234
eene deugdelijke voorbereiding meestal niet tijdig partij kon worden ge
trokken.
Men bedenke verder, dat de sterkte, waartoe bet Ned.-Ind. leger kan
worden opgevoerd, geheel afhangt van het aantal Nederlanclsclie soldaten,
waarover men in Indië kan beschikken, en dat dus het in het moederland
aanhouden van een zeker aantal Nederlanders niet alleen ten gevolge zal
hebben, dat het Ned.-lnd. leger met een gelijk aantal manschappen min
der kan worden uitgebreid, maar dat het tevens een evenredig aantal
Europeesche vreemdelingen en Inlanders minder moet bedragen.
Reeds vroeger werd in een opstel, dat in dit tijdschrift voorkwam door
ons betoogd, dat het plichtmatig en noodig is, ons krachtig voor te bereiden
tot afwering van een vijandelijken aanval. Wij meenen daarheên te mo
gen verwijzen, in antwoord op „den goeden raad" door den Heer De Waal
in de noot op blz. 274,111° stuk gegeven, en drukken hier als onze meening
uit, dat de meest vrijzinnige staatkunde tegenover den handel van alle
volkeren alleen tengevolge kan hebben, dat eene Europeesche mogendheid
daarin geene aanleiding meer kan vinden, om eene verovering van onze
koloniën noodig te achten; doch Ned.-Indië door den schat van directe en
indirecte voordeelen, die het voor den bezitter afwerpt, altijd een begeer
lijke buit blijft, dien men zich zal toeeigenen, als de omstandigheden
veroorloven, dien met schijn van recht te vermeesteren.
Ook de meeniiigin het werk van den Heer De Waal uitgedrukt, dat
het tegenwoordig voor een vijand niet mogelijk is, met 25000, ja zelfs
met 20000 man eene landing op de kust van Java uit te voeren, kun
nen wij niet deelen. Als antwoord daarop meenen wij te mogen wijzen
op den oorlog der Engelschen tegen Abyssinië in 1868. Het Engelsche
landingsleger, dat op den 1™ April 1868 12600 man en 2462 paar
den sterk was, had tot Magdala eene operatielijn van 379 Engelsche
mijlen lengte. Over dien colossalen afstand moest het leger geappro
viandeerd worden, zoodat dan ook niettegenstaande in het geheel slechts
13088 man aan troepen te Zula ontscheept werden, het aantal personen,
dat daar voet aan wal zette, 62220 bedroeg, en niettegenstaande de
grootste sterkte aan paarden bij den troep beneden 2500 bleef, het
geheele aantal dieren (paarden, buffels, muilezels, olifanten, enz.) dat bij
*2e en 3e aflevering van 1880.
1 zeemijlst,852 kilometer.
1 Engelsche landmijl=l,609 kilometer.