236 moest zijn opgericht, Malahg, dat voor de verdediging der 3emilitaire afdeeling evenzoo gelegen is als Leeuwarden voor die der Nieuwe Hol- landsche waterlinie; zou er sprake kunnen zijn van het oprichten van een troepenkampement te Soekaboemizooals de dagbladen onlangs me dedeelden, terwijl, Soekaboemi evenmin geschikt is-om als depötplaats in de le militaire afdeeling op Java te dienen? Laat ons intusschen nagaanwelke gevolgen uit den bestaanden toestand kunnen voortspruiten. Wij zullen daarbij niet in beschouwingen treden over een mogelijk verschil in meening tusschen Gouverneur- Generaal en Legercommandant, die beiden, doordrongen van hunne verantwoordelijk heid, ieder in het bijzonder, het plan van den anderen als gevaarlijk voor het behoud van Java kunnen beschouwen; maar aannemen, dat de een of ander het overwicht behoudten dus bepaald wordtdat de hoofdmacht van het leger of in Midden- of in West-Java zal geconcentreerd worden. Laat ons in de eerste plaats veronderstellen, dat de zetel van be stuur niet verplaatst, en de hoofdmacht van het leger in West-Java geconcentreerd wordt. De hoofdmacht zou men dan moeten samentrekken aan de kust bij Bataviadaar anders het doel, het dekken van Weltevredenwaar alle departementen van bestuur gevestigd zijn, niet bereikt wordt. In de eerste plaats rijst nu de vraag, welk gedeelte van ons leger moetin Samarang en Soerabaja optreden. Geene enkele afdeeling der daar geplaatste troepen kan tjdig per spoor Batavia bereiken, als in de nabijheid van die stad eene landing beproefd wordt. Ook een tijdig optreden van de bj Batavia geplaatste hoofdmacht in Midden-Java zou niet kunnen geschieden. Nemen wij nu aan, dat dientengevolge beslist wordt, geene andere troepen in de 2° en 3e militaire afdeeling te laten dan noodig zijn tot bezetting van Tjilatjaj), dat bezet moet bijven, als eenige versterkte haven op Java en als eenigste plaats, van waar de mogelijkheid bestaat, de verbinding met het moederland te behouden. De troepen, waarover wj in het gestelde geval te Batavia kunnen be schikken, hebben, zooals wij reeds vroeger aantoonden, eene sterkte van 9939 man, waarbj wij geene hulptroepen kunnen doen optreden, daar deze, aan de kust naast de troepen van het leger strjdende, eer na- dan voordeel zouden aanbrengen. Veronderstellen wj nu, dat de vijand Batavia als eerste object kiest, voor ons het gunstigste geval, dan zien wj, dat wj geen enkel voordeel trekken van de tot weerstand zoo gunstige bergterreinen van Java; dat wij geene gelegenheid hebben, den vijand het oprukken naar het binnen-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 245