237 iand ell het aanvoeren vaü levensmiddelen, enz. bezwaarlijk te maken, hi het kort, dat wij onder de ongunstigste omstandigheden met een onverzwak- ten vijand den strijd moeten voeren. De eigenlijke landing toch kunnen wij niet anders beletten dan in de omstreken van Bataviadaar, hoever wij ons ook uitbreiden, de vijand zijwaarts nieuwe punten vindt, om voet aan wal te zetten. De vijand kan dus zonder tegenstand zijne landing volvoeren en, na zijne basis versterkt te hebben, naar Batavia oprukken, zonder dat hij bij de bestaande water- en landwegen, zijne communicatie met de vloot geheel behoeft op te geven. Hetzij wij dan naar den vijand oprukken, dan wel hem in eene stelling afwachten, altijd moeten wij een zoo goed als niet verzwakten tegenstander het hoofd bieden, die onder de voor hem gunstigste omstandigheden slag zal leveren, en bij het min der goede gehalte onzer Inlandsche troepen, over weinig overmacht behoeft te beschikken om zeker te zijn van de overwinning. Zelfs als ons leger met 6 veldbataljons werd uitgebreid, en wij dus over ruim 13400 man, in plaats van over 9939 man konden beschikken, zouden de kansen voor het behoud van Java gering zijn. De vijand kan echter ook eerst geheel Java beoosten de Preanger en Tjilatjap bemachtigen, en daarmedeals hij het noodig acht, van Tjirebon naar de Preanger voor uitrukken, waar wij hem op de grens van dat gewest het hoofd kunnen bieden, als wij van Batavia daarheên oprukken. AY ij beginnen dus met het grootste en belangrijkste deel van Java te verliezenen dit is als bewijs reeds voldoende, dat het verdedigingsplan niet goed is. Maar ook West-Java loopt gevaar. Kan en mag toch de Legercom mandant met al zijne troepen naar de grens van Tjirebon snellen en Batavia geheel ontblooten? Kan de vijand niet een gedeelte van zijne troepenmacht op zijne schepen hebben gelaten en daarmede eene poging- doen om Weltevreden te bemachtigen? Door verkenningen en spionnen kan men toch niet bepalen, of de bij Tji rebon samengetrokken vijand eenige duizenden manschappen minder be draagt dan het geheele vijandelijke leger, waarvan men de sterkte boven dien niet met juistheid weet. Bataviawelks verlies, in het gestelde geval, het verlies van Java in zich sluit, mag men dus niet geheel ontblootenen de troepen, die men daar achterlaat, komen in mindering van onze troepen op de grens van Tjire bon.waar zij misschien het geheele vijandelijke leger tegenover zich hebben. Blijven 4000 man te Bataviadan zijn, bij de tegenwoordige legersterkte, 5939 man op de grens van Batavia vereenigd, die in verband met voor uitgeschoven hulptroepen aan don aanval van het geheele vijandelijke le-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 246