GESCHIEDENIS DER BALLISTIEK, B IJ D R A G E i. Yóór Galilei (1564 1642), den grondlegger van de leer der be weging, waren de geleerden der meening toegedaan, dat een lichaam, waaraan door een stoot zekere hoeveelheid van beweging wordt me degedeeld, zich volgens eene rechte lijn voortbeweegt tot op het oogen- blik, dat die hoeveelheid van beweging is uitgeput; na dat tijdstip neemt het lichaam eene kromlijnige beweging aandit werd door die geleerden aangenomen, zonder dat zij trachtten, zich hiervan behoor lijk rekenschap te geven. In het werk over de „Ballistica" door Nicolab Tartaglia vindt men de beschouwingen over den vorm der banen alsmede de verkeerde, steeds willekeurige, soms kinderlijke begrippen over beweging, welke in dien tijd door de geleerden gehuldigd werden. Dat werk verscheen in twee gedeelten, het eerste werd in 1537, het tweedein 1546 uit gegeven beide zijn uit het Italiaansch vertaald geworden door Rieffel hoogleeraar aan de Artilleriescliool te Vincennes Parijs1846). Tar taglia echter was de eerste, die van bovenvermelde meening afstapte en langs mathematischen weg aantoondedat de geheele vluchtbaan kromlijnig zijn moet. Hij trachtte te vergeefs de beweging van ka nonskogels te verklaren, aangezien hij eveneens van geheel verkeerde begrippen uitging, totdat eindelijk Galileiin 1590, de parabolische vluchtbaan bewees. Vooraf had deze de aardattractie ontdekt en de wetten van den vrijen val daaruit verklaard, zooals men zulks kan vinden in zijn werk„Diseorci e dimonstrazioni matematiche intorno a due nuove science," dat in 1638 verscheen. Die laatste ontdekkingen, in wetten geformuleerd, hebben hem tot basis gestrekt voor de oplossing van het vraagstuk over de bewe- 16 TOT DE

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 250