245 macht der snelheid. Als het ware zijn door hen drie verschillende methoden aan de hand gegeven. Bij de eerste methode wordt de baan partieel berekend, en de ver kregen differentiaal-formules toegepast op de zeer kleine deelen, waarin de geheele projectielen-baan wordt verdeeld; bij die toepassing wor den enkele variabele grootheden als constant beschouwd, waardoor de differentiaal-vorm voor dat beschouwde baan-element in eindigen vorm kan worden uitgedrukt. Aldus is deze methode toegepast door S. D. Poisson in zijn „Traité de mécanique" en door Euler in zijne „Recherches sur la veritable courbe que décrivent los corps jetés dans l'air, insérées dans l'histoire de 1'Academie de Berlin1773. Poisson''s methode is die der kwadraturen; hij volgt den boven be schreven weg om voor verschillende punten van de baan de coör dinaten te berekenen en alsdan de baan in teekening te brengen. Euler handelt op dezelfde wijze, echter met dit onderscheid, dat hij de lengte der verschillende baan-elementen berekent en bij elk element den ge middelde der hellingshoeken van de uiteinden als bekend aanneemt; uit die doorloopen bogen leidt hij de daarbij behoorende abcissen en ordinaten af. Yoor dat doel heeft Euler tabellen samengesteld, die bij dergelijke baan-berekeningen gebruikt kunnen worden; bij zijne coördinaten-berekening beschouwt Euler de projectie der partieele bogen alsof zij gedeelten van rechte lijnen zijn; het is duidelijk, dat daardoor de worpsverhedeu en elevatiën steeds te groot zullen zijn. Legendre verbeterde Eider's methode door de projectie dier par tieele bogen te bepalen, alsof die bogen gedeelten van cirkelbogen zijn, hetgeen veel nauwkeuriger is. Men kan dit vinden in de „Dissertation balistique" van Legendrepag. 14. De benadering is nog nauwkeurigerindien men, in plaats van den cirkelboog, een paraboolboog substitueert, welke osculeert aan één der uiteinden van den te beschouwen partieelen boog en ophoudt aan het andere uiteinde onder dezelfde helling. Dit is de methode, welke Didion in zijn „Traité de balistique", Paris 1847, gegeven heeft. Door eene tweede methode worden de baan-elementen, die men zoekt, in reeksen volgens de machten van initiale gegevens ver kregen. Deze methode is voornamelijk gevolgd door Lambert („His- toire de 1'Académie Royale de Berlin1765); door Borda („Mémoi-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 254