255
strument, die door Siemens en door Martin de Brettes in 1858 wareii
voorgesteld.
Gelijktijdig werden door Bashforth to Woolwich in 18(18 proeven
genomen, waarvan men de resultaten vinden kan inde „Proceedings
of the Royal Artillery Institution," Woolwich1868; hij kwam tot
de conclusie, dat de weerstand van de lucht evenredig is aan de
derde macht van de snelheid. De Generaal MayevsJci heeft de
resultaten van de Petersburger proeven en die van Bashforth ge
combineerd en komt tot de volgende formules voor den wederstand
van de lucht tegen bolvormige projectielen:
0,061 B* v2
d
welke geldt voor snelheden van af 530 M. tot 376 M. en
1» 0,012 w B"- 4~ 1 2 I
d' V 186
voor de snelheden van af 376 M. tot de kleinste gebruikelijke. Om
trent den weerstand van de lucht tegen langwerpige projectielen zijn
in 1857 te Metz reeds proeven genomen; volgens die proeven be
droeg de weerstand slechts van dien, welken een spkerisch projectiel
van denzelfden diameter ondervindt bij eene snelheid van 300 M.;
Deze proeven gaven Prof. G. F. W. Baéhr te Delft aanleiding tot een op
stel: „Over de beweging in eene middenstof, wier weerstand evenredig is aan de derde
macht der snelheid," hetwelk voorkomt in de „Verhandelingen van de Akademie van
kunsten en wetenschappen", 1870. Bashforth leidde uit zijne proeven met bolvormige
projectielen de volgende betrekking af tusschen doorloopen baan en tijd
t a s H- l) s2
ds 1
waaruit v
dt a 2 h s
d*v 2 J)
en 2 bv3. welke laatste uitdrukking de versnel-
dt1 (a 2 b s)3
ling van den luchtweêrstand voorstelt. Hiervan uitgaande, spoort Baehr eene bewe-
gingsformule op, waaruit 2b direct bepaald wordt, indien de richting en de grootte
van de initiale snelheid benevens de horizontale boogschootsverheid gegeven zijn.
Het besluit, dat hij trekt uit de toepassingen van de gevonden waarde voor 2b op
speciale projectielenbanen, n. 1. dat de luchtweêrstand inderdaad evenredig is aan de
derde macht der snelheid, is naar mijn inzien zeer gewaagd; immers geene interpo
latietafel, gemaakt in de onderstelling van eene bepaalde wet van weerstand, kan
gebruikt worden, indien van eene andere wet van weerstand, in de formules, is uit
gegaan?