17
bekend is, mogen wij eenige radicale bezuinigingen en eene verandering
in ons tegenwoordig gebrekkig en kostbaar stelsel van werving voor Indië
verwachten; maar indien we mogen afgaan op hetgeen wij in het dage
lij ksch leven zien, zullen hervormingen niet spoedig tot stand komen,
'en indien het publiek zich niet doet gelden, gebeurt er niets. Met de
beperkte ruimte, waarover ik beschikken kan, is het mij onmogelijk, de
geheele hervormingskwestie van ons Indische leger te behandelen.
Het voornaamste punt, dat ik wensch op te helderen, is, dat wij,
zoolang we in plaats van het bestaande stelsel van werving voor de
dienst in het algemeen, niet eene afzonderlijke dienstneming voor hier
te lande en voor Indië én de koloniën vaststellen, wij op geene belang
rijke verbetering in een dezer beide legers kunnen rekenen, geene vrij
willigers zullen krijgen, noch de bestaande ontevredenheid en verkwisting
zullen verminderen. Het tegenwoordig in werking zijnde stelsel van
werving is niet alleen zeer slecht en kostbaar, wat Indië betreft, maar
bovendien zeer schadelijk voor de werving in het moederland.
Het geheele vraagstuk der Indische werving is zoo volledig mogelijk
voor eene commissie uit het Huis der Gemeenten in de twee laatste zittingen
ter sprake gebracht, en er is duidelijk aangetoond, dat de recruten, die
de Oost-Indische Compagnie vroeger aanwierf voor een gemiddeld bedrag
van 27 pond sterling voor alle wapens, met een oefeningstijd van ongeveer
drie maanden, beter waren dan die nu verkregen worden; terwijl het
Indische gouvernement zich thans verbindt om 136 pond sterling te beta
len voor een recruut van het wapen der Cavalerie, die gedurende tien
maanden geoefend wordt, en 63 pond sterling voor een recruut der Infan
terie, die een oefeningstijd van zeven maanden heeft doorloopen.
Er is eveneens aangetoond, dat sedert de ineensmelting der twee legers,
het Ministerie van Oorlog uitsluitend voor de legerwerving zorg draagt
en Indie zich slechts tot dat lichaam wenden kan. Het moet nu niet
alleen een buitensporigen prijs betalen, maar bovendien is het voorgeko
men, dat, instede van de verlangde personen te verkrijgen, zooals over
eengekomen is en zooals daarvoor wordt betaald, (namelijk voor een Ca
valerist, die een oefeningstijd van tien maanden heeft doorloopen, 136 pond
pond sterling en voor een Infanterist, die gedurende zeven maanden geoe
fend is, 63 pond sterling) gedurende vier jaren de gemiddelde oefeningstijd
der aangeworven Cavaleristen, in plaats van 10 maanden, 4 maanden en
9 dagen bedroeg, en die der Infanteristen, instede van 9 maanden, 3 maan
den en 22 dagen, hetgeen meestal ook met de Artilleristen het ge
val was.
2