263
zoo even vermelde horizontale deviatieals de rotatie-as verticaal is,
dan is zij nul; is zij horizontaal en tevens loodrecht op het verticale
schietvlak, dan heeft de rotatie eene rijzing of daling van het projectiel
tengevolgeal naarmate het voorste halfrond van boven naar beneden
of omgekeerd wentelt. Is het projectiel excentrisch, tten valt niet
altijd de rotatie-as samen met de as, die door het zwaartepunt van
het projectiel en het middelpunt van den bol gaatde rotatie-as is
dus in het algemeen geen hoofd-as van het lichaam; zij verplaatst
zich bij de beweging onophoudelijk en valt achtereenvolgens samen
met de verschillende diameters van den bol.
Het resultaat van zijne wiskundige ontwikkelingen is in dit geval,
dat de invloed van de excentriciteit te verwaarloozen is bij de bere
kening van de voortgaande beweging, indien de initiale rotatie-snel
heid niet zeer groot is, echter niet te verwaarloozen bij de berekening-
van de rotatie-beweging. Uit de berekeningendoor Poisson in
gesteld, blijkt dus, dat tengevolge van de wrijving van de lucht
tegen het projectiel, dat tegelijk roteert, het projectiel eene deviatie
geven zal in tegengestelden zin van de beweging van het voorste
halfrond; nu hebben echter de proeven juist het tegendeel aange
toond. Reeds onmiddelijk na het verschijnen van Poisson's verhan
deling, verscheen van F. Otto eene verhandeling in het „Archiv fin-
die Offiziere der K. Pr. Art. und Ing. Corps Band XI, 118142'
waarin hij de niet-overeenstemming van PoissoFs uitkomsten met
de practijk aantoonde.
In 1843 gaf Otto wederom zijne „Bemerkungen iiber den Einfluss
der Umdreliung der Artilleriegeschösse auf ihre Bahn im Alge-
meinen, sowie iiber die Unzulanglichkeit des desfallsigen Unter-
suchungen des Herrn Poisson in 's Besondere," Berlin 1S43, bij Re/w,
uit, waarin hij de onhoudbaarheid van Poissons begrip over den
luchtweêrstand aantoont; door zijne verdere proeven over deviatie
van projectielen wijst hij telkens op de onjuiste uitkomsten, door
Poisson verkregen. Trouwens, de onderstelling van Poisson omtrent
den luchtweêrstand is gebrekkig; hij heeft n. 1. niet in aanmerking
genomen, dat de drukking van de lucht op zekere deelen van het
projectiel-oppervlak toe- en afneemt, zooals Magnus door physischo
proeven nauwkeurig heeft aangetoond. De eerste, die eene theore-