265 nomen den door Diclion afgeleiden vorm A -f- B v", en het pro bleem in die veronderstelling getoetst aan zijne uitkomsten, hij proef neming verkregen. De verhandelingen van F. Otto: „TJeber den Luft- widerstand in der Ballistik und Kritik der Didionschen Werken über Ballistik" zijn te vinden in het „Archiv für die Offiziere des Königl. Preussischen Artillerie- und Ingenieurs-corps, S. 75, Bd. 33, en S. 105, Bd. 35. Denzelfden gang van onderzoek - vindt men in Rouveroifs „Bemerkungen und Untersuchungen über einige Gegen- stande der Ballistik", het „Zeitschrift für Mathematik und Physik" van Schlömilch en Witsvhel, lc jaargang, 1856, pag. 325. Later heeft F. Otto in een ander werkHiilfsmittel für ballis tische Rechnungen, Berlin1855, de bijzondere aandacht gewijd aan de verschillende formules, die sedert gebruikt zijn geworden om den luchtweêrstand in berekening te brengen, en komt hij tot de conclu sie, dat het voor de meeste practische gevallen tamelijk onverschillig is, welke wet van luchtweêrstand men bij de ballistische berekenin gen voor geschutkogels kiest. Eene derde oorzaak van deviatie, welke langen tijd is verwaarloosd geworden, is de rotatie van de aarde. Behalve dat de dagelijksche wenteling van de aarde de ver snelling van de zwaartekracht doet verminderen, welke verminde ring afhankelijk is van de breedte der plaats, is zij oorzaak van deviatiën uit recht- en kromlijnige banen van lichamen op onze aarde, die het eerst door Gauss en Laplace zijn berekend. Dezen hebben hunne berekeningen alleen toegepast voor gevallendat de relatieve baan van een lichaam rechtlijnig is, en geen weerstand dei- lucht de beweging tegenwerkt. Wederom was Poisson de eerste, die den invloed van de rotatie der aarde op de ballistiek analytisch onderzocht in zijn „Mémoire sur le mouvement des projectiles dans l'air en ayant égard a la rotation de la terre", Journal de PEcole polytechnique26° cahier. Hij maakt de differentiaal-vergelijkingen van de absolute beweging van het lichaam (bolvormig projectiel) ten opzichte van een coördinatenstelsel in de ruimte op en leidt daaruit de relatieve beweging van den bol af, zooals die beweging op de aarde wordt waargenomen. Hij gaat dus van het onveranderlijk coördinatenstelsel in de ruimte over tot een veranderlijk coördina tenstelsel, hetwelk deelneemt aan de rotatie van de aarde.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 274