266
Zijne ingewikkelde formules worden vereenvoudigd, doordien men,
de seconde voor eenheid van tijd aannemende, de hoeksnelheid van
de dagelijksche beweging als zeer klein beschouwt, waardoor de
termen, waarin die hoeksnelheid voorkomt, verwaarloosd kunnen
worden. Voor de toepassing echter zijn de formules niet te gebrui
ken, aangezien de differentiaal-vergelijking, welke de deviatie, dooi
de rotatie der aarde veroorzaaktgeven moet, niet te integreeren is.
St. Robert heeft in zijn „Des effets de la rotation de la terre sur le
mouvement des projectiles," voorkomende in het „Journal des scien
ces militaires1858, de veroorzaakte deviatiën bepaald, zoodanig,
dat zij bij ballistische berekeningen te gebruiken zijn. Ook in de
„Comptes rendus de 1'Académie des sciences," N° 12, 1866, komt
onder den titel van „Note sur l'influence de la rotation de la terre
sur la dérivation des projectiles par les canons rayés", een kort op
stel van Martin de Brettes voor, waarin de formule van Foucault
voor de schijnbare verplaatsing van het slingervlak aanbevolen wordt
om de door aswenteling der aarde voortgebrachte deviatiën te be
rekenen.
Ook heeft de Luitenant-Kolonel Ilojel der Nederlandsche Artillerie
den invloed van de rotatie der aarde op de ballistiek aan een nauw
gezet onderzoek onderworpenmet het doel om na te gaan in hoeverre
die invloed bij ballistische berekeningen zich doet gelden. Hij toont
aan in zijn „De invloed van de dagelijksche beweging der aarde op
het schot", SchiedamTI. A. M. Roela?its, dat in plaats van de
zwaartekracht, de aantrekkingskracht op het projectiel in rekening-
moet gebracht worden, zoodra het de monding van het geschut heeft ver
laten. Hij neemt aandat de lucht in schijnbare rust isdus iu werklijk-
heid de luchtmoleculen cirkels beschrijven, wier middelpunten in de
aardas gelegen en wier vlakken loodrecht daarop gericht zijn.
Bij het verlaten van de monding heeft de kogel dezelfde tangentieele
snelheid als de hem omringende luchtlagen welke steeds veranderlijk
is; hij toont aandat het verschil in tangentieele snelheid van hooger
en lager gelegen punten des dampkrings bij de berekening mag
verwaarloosd worden.
Als uitgangspunt om tot de vergelijkingen der volstrekte beweging
te geraken, neemt de schrijver aan, dat de coördinaten van het