276 Cavalerie zóó vele eisclien gesteld (zie de circulaire van den com mandant van liet regiment Cavalerie dd. 28 Augustus 1869, No. 525°) als water, gras, enz., dat men al licht de nabijheid van bamboe of pinangboomen er kan bijvoegen. Yoor de bedekking van het zadel- tuig zullen die materialen mede zeer nuttig zijn. Op 't terrein, waar men bivouaqueèren wil, laat men eenige bamboezen kappen, van minstens 4 cM. middellijn. Men maakt nu voor elke 4 a 6 paarden een paal ter lengte van lj- M. Yan de hoedanigheid van den grond, zoowel als van de dikte der bamboe, zal het afhangen of men voor de 4 dan wel 6 paarden een paal neemt. Men slaat alsnu deze palen j- M. in den grond, waartoe men een of ander stuk hout, een steen, enz., gebruikt. De afstand der palen onderling zal afhan gen of de ruimte er tusschen voor 4 dan wel voor 6 paarden zal bestemd zijn. Een dM. van de bovenzijde der palen make men eene insnijding, een gat. De kanten hiervan rondt men be hoorlijk af, om slijtage van den fouragestrik te voorkomen. De bam boe op den rechtervleugel geeft men eene helling naar rechts, die op den linkervleugel naar links. Yoor deze beide bamboezen neemt men de dikste soort. De overige bamboezen worden loodrecht ge plaatst. Men bindt nu om de rechter bamboe een fouragestrik en verlengt dezen, door er zóó veel aan te knoopen als men voor 't gelid noodig acht. Dit alsnu verkregen touw wordt door de gaten gesto ken, die zich in de bamboezen bevinden; terwijl men, om wrijving te voorkomen, het touw een- of tweemaal om de palen heenslaat. Het andere uiteinde bevestigt men aan den linkerpaal. Deze eenvoudige wijze van bivouaqueeren zal op bijna geheel Java mogelijk zijn. In Atjehwaar men weinig bamboe vindt, bleken pinangboomen uitne mend geschikt te zijn. Gebruikt men deze, dan zal men den foura gestrik een of meer slagen om den paal kunnen winden, na eene rondgaande insnijding gemaakt te hebben. Met de touwenlonge, die thans geheel doelloos is, bevestigt men nu de paarden aan den fouragestrik. Men bezigt hiertoe den knoop, die door rukken van het paard vaster gaat zitten en door één ruk aan het uiteinde van het touw los is. (Zie hieromtrent de nieuw uitgekomen „Velddienst voor het Nederlandsche legerIn Nederland geschiedt het bivouaqeeren op bovenstaande wijze;

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 285