279
rechter poetszak gaan. Dit heeft, behalve vermindering van gewicht,
het voordeel, dat men stiller marcheert. Wordt de karabijn in den
haak gedragen, zooals veelal zal gebeuren, dan slaat de kolf, als
men in draf of galop is, meermalen tegen den ketel. Deze zal dan
ook spoedig defect zijn, terwijl een cavalerietroep onmogelijk over
vallingen zal kunnen doen. Het leven doet de ruiterij van verre
reeds hooren en stelt haar aan hinderlagen bloot.
IV. De staartriem er het voortuig.
Deze voorwerpen werden ingevoerd, afgeschaft en op nieuw inge
voerd. Een bewijs dus, dat de meeningen hieromtrent verschillen,
hetgeen niet pleit voor 't groote nut er van. Ik ben er tegen. Het
zadel heeft eene voldoende vaste ligging zonder die voorwerpen.
Wel zijn er paarden, waarbij men last heeft van het min of meer
naar voren of naar achteren schuiven van het zadel in zware bergtei"
reinen, doch dit gedeelte is gering. Om nu voor die enkele paar
den die voorwerpen wenschelijk te achten, vind ik geheel verkeerd
even goed kan men den paarden kappen geven op de oogen, omdat
er paarden gevonden worden, die schrikachtig zijn. Voortuig en
staartriem maken, dat een ruiter tweemaal zoo veel tijd noodig heeft
om zijn paard op te zadelen; wederom dus verlies van slagvaar
digheid. Zij belemmeren de paarden min of meer in hunne be
wegingen en maken vrij noodeloos de kosten van het wapen groo-
ter. Het naar mijne meening zóó geringe nut er van weegt niet
op tegen genoemde nadeelen. Hog komt hierbij, dat bij flinke
marschen door bergterreinen de meeste commandanten, om de paar
den te sparen, de ruiters te voet tegen groote hellingen zullen la
ten opgaan, hetwelk het nut van de genoemde voorwerpen nog
geringer maakt. De bepakking van een cavaleriepaard moet zoo
eenvoudig en practisch mogelijk zijn, en alles, waarvan het onont
beerlijke niet is aangetoond, behoort niet bij de bepakking 't huis.
Ook hoe geringer het harnachement ishoe beter het te onder
houden en hoe minder kostbaar het zal zijn. Vooral bij de Indi
sche Cavalerie met hare kleine paarden moet het streven steeds daar-
heên gericht zijn om bepakking en tuig tot een volstrekt minimum
te herleiden.