281 Men vervange dezen door een kettingje, dat vastgehecht is aan den ring van den voorboom, aan welks uiteinde een veerhaalc zit. Dezen haakt men nu in den ring, die zich aan het sluittoestel bevindt. Het kettingje moet zóó lang zijn, dat wanneer de veerhaak is ingehaakt, de karabijnschoen op de goede hoogte, de karabijn juist goed geplaatst, dus nadat de ruiter opgezeten is, dat de hiel van de karabijn even hoog komt als de achterlepel. De karabijn van ieder ruiter moet dan goed geplaatst zijn, hetgeen nu veel te wenschen overlaat. De ruiter heeft niets te maken met karabijnschoen of slagriemhij is dus veel vlugger gereed, en de bepakking vereenvoudigd. Ook kan het in den haak dragen van de karabijn voorkomen wor den, bij eene goede plaatsing van den karabijnschoen. Men laat de karabijn toch in den haak doen, plaatst daarna den loop in den schoen en laat den ruiter zóó rijden. In Nederland gebeurde dit meerma len en gaf het veel gemak aan den ruiter. liet in den haak dragen van de karabijn is zeer lastig en vermoeiend, voor ruiter en paard beiden. Het hindert het paard in zijne bewegingen, en daar de loop meermalen tegen den spoor- of stijgbeugel aanslaat, zal men Cava lerie op verren afstand reeds kunnen hooren. Dit alles voorkomt men door de boven opgegeven wijze. II. De bandelier. De karabijnhaak, die zich thans aan den bandelier bevindt, is een zeer lastig voorwerp, en het in den haak doen van de karabijn vor dert veel tijd. Ik wenschte daarom den karabijnhaak vervangen te zien door een veerhaak. Deze is veel eenvoudiger en zal oorzaak zijn, dat de rui ter veel vlugger zijne karabijn in en uit den haak gebracht zal heb ben. In Nederland gebruikt men dan ook dezen veerhaak. De karabijnriem hangt thans zelden op maat. Is die te groot of te klein voor den ruiterdan moet de schoenmaker dien op maat maken. "Wanneer nu ieder man jaren lang zijne zelfde wapens met toebehooren behield, dan ware hieraan vrij goed de hand te houden, doch zooals thans, gaat dit moeilijk, door de talrijke mutatiën. Dagelijks komen er manschappen aan of gaan er weg, z^odat men dagelijks leder goed zoo moeten passen. Ook komen er meestal wapens te kort bij een

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 290