282
escadron, zoodat er manschappen zijn zonder wapens. Rijden deze
mede, dan leenen zij wapens met toebehooren, die natuurlijk niet pas
sen.Het aanhoudend veranderen van de karabij nriemen maakt, dat
deze spoedig versleten zijn, en het is bovendien kostbaar. Dit kan naar
mijn inzien voorkomen worden. Laat men den karabij nriem maken als
een breeden riemaan het eene uiteinde een gesp, aan het andere een
stooteinde met de noodige gaten. Ieder man k an thans zijne karabijn
zelf op maat brengen, langer of korter naar gelang zijne taille groo-
ter of kleiner is.
III. De patkoontasch.
Deze kan vervallen en geeft daardoor de volgende voordeelen:
1. Wederom worden de kosten van het wapen verminderd; en
2. men vermindert het gewicht der bepakking.
De nadeelen van de patroontasch zijn de ondervolgende. Telken
male als men eene patroon er heeft uitgehaald, zou men de tasch
moeten sluiten; doet men dit niet, dan verliest men bij geringe
bewegingen vau paard of ruiter alle patronen.
Tiet telkens sluiten van de tasch houdt het laden zeer tegen, en
is dus een groot nadeel.
Liever plaatse men de patronen allen in den rechter broekzak, zoodra
men den vijand nadert; vóór dien tijd blijven zij in den linker poetszak.
Heeft de Cavalerie de zoozeer gewenschte attila's, dan zou een
zakjeaangebracht bij de onderste tresop de rechterzijde, zeer geschikt
zijn voor plaatsing der patronen.
In Atjeh staken de cavaleristen bijna altijd de patronen in den
rechter broekzak.
Een ander nadeel is, dat de patroontasch eene goede plaatsing
van de rechterhand des ruiters belemmert en den man hindert bij
het dragen vaii de sabel. Ook is de patroontasch toch te klein.
In zijn zak neemt de ruiter zóóveel patronen mede als hij wil, doch
in de patroontasch gaan er slechts tienhetgeen bij een hevig voet
gevecht nadeelig kan worden.
De patroontasch dwingt ons ten slotte, den sabelkoppel boven de
jas te dragen, waartegen bezwaren bestaan, zooals hieronder zal wor
den aangetoond.