286 en geld ontvangten niet in het garnizoensmagazijnzooals nu voor het gemak veelal gebeurt. De luitenant der week is bovendien ver plicht, de in- en uitgaande reparation na te zien, en kan dus ook aan het bovenbedoelde de hand houden. De stang zal door dezen maatregel steeds op de reglementaire hoogte hangen. Om te voorkomen, dat een ruiter, bij gebrek aan een kopstukeen ander hoofdstel gebruiktwaarvan dus de stang niet goed zou hangengelaste men den zadelmaker om steeds eenige kopstukken in reserve aanwezig te hebben. Thans, nu in die stooteinden meer gaten zijn, hangen de stangen zelden goed. De Inlander neemt nu het eene dan het andere gat, en de officieren zijn verplicht, om stang voor stang, vóór elke oe fening, na te zien, ten einde te voorkomen, dat zij te hoog of te laag hangen. Eiken dag zou hiermede een geruime tijd verloren gaan, terwijl het niet altijd helpt, den stang een gat te laten zakken of omhoog te brengenwant meermalen is een half of kwart gat voldoende. De escadronscommandant zou dan tegelijkertijd den stang kunnen passen en er voor kunnen waken, dat de stangen noch te wijd, noch te nauw waren; dit laat nu veel te wenschen over. Het zoo menigvuldig in den mond nemen van de schaar des stangs zou zeker grootendeels hierdoor voorkomen worden. Ten slotte zou de escadronscommandant den kinketting op maat kunnen laten maken, en acht ik het 't beste, dat dit aldus geschiede. Men laat rechts een reserveschakel (daar, waar de kinketting vast geklonken wordt) hangen en neemt daarna naar links een oneven aantal schakels, den grooten schakel in het midden. Men neemt zóóveel schakels, dat wanneer de meest linksche of eindschakel is ingehaakt, de stang en kinketting zéér goed zitten. Zoo noodig laat men den smid hiertoe eenige schakels verwijden of vernauwen. Den Inlander is het opstangen moeilijk te leeren. Door bovenge noemde maatregelen zullen alle stangen steeds goed zitten, daar de Inlander nu den stang niet scheef, te hoog of te laag kan hangen, omdat er slechts één gat in elk der stooteinden is. De kinket ting zal steeds even goed zitten, daar men er slechts op te letten heeft, dat niemand een schakel ongebruikt laat, en de kinketting goed gedraaid is.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 295