287 Thans, nu hij den eenen stang twee, den anderen een, een der den stang geen een schakel overhangt, is het niet goed na te gaan, en raakt de Inlander in de war. Het in den mond nemen van de schaar, maar vooral het doorgaan, zal door dezen maatregel grooten- deels voorkomen worden. Ik schrijf dit laatste toch ook veelal daaraan toe, dat een paard met een niet passenden of nu eens te hoog dau weder te laag hangenden stang, nu eens met een te vas ten, dan weder met een te lossen kinketting hereden wordt. De mond van het paard moet op deze wijze bederven. Ik heb opgemerkt, dat bij het 4e regiment hussaren in Nederland in Zutphen in garnizoen, het volgende plaats had. Zoodra een re- montepaard was aangekocht, werden in tegenwoordigheid van den commandant van het depot- en reserve- escadron (den Luitenant-Kolo nel), den escadronscommandant en den ritmeester-instructeur, eerst het zadel gepast, daarna de stang en het hoofdstel, vervolgens de wa tertrens. Ging dit paard naar de veldescadrons over, dan behield het het zelfde harnachement. Door de latere invoering (in 1872) van de Braziliaansche zadels met beweegbare stegen, is het passen van het zadel vervallen. W. F. Stoltenhoff, 1° Luitenant der Cavalerie. TjiandjoerJuli 1880.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 296