BIJDRAGE TOT DE KENNIS DER OORZAKEN VAN DEN OORLOG OP JAVA (1825 1830) (Een Spieghel Historiael Wanneer een land, waar de beschaving nog geene vorderingen heeft gemaakt, en welks bewoners in hunne eerste kindschheid sluimeren dikwerf is blootgesteld aan binnenlandsche oorlogen en beroerten dan kan ons de geschiedenis van Java voorzeker deze grondwaarheid bevestigen, indien wij het tafereel ophangen van de menigvuldige aaneengeschakelde onlusten, die dit vruchtbaar en rijk eiland zoo dikwerf teisterden. Bij eene oppervlakkige beschouwing zou men zich verwonderen, hoe het mogelijk is, dat den Javaan eene met zijn aard zoo geheel strijdige zucht tot oorlog kenmerkt, daar hij, bij weinig behoeften, slechts naar rust verlangt, tevreden is met zijn toestand en, tot welken kring der maatschappij hij ook behoort, met gelatenheid alle knevelarijen en wederrechtelijke handelingen van zijne meerderen ondergaat. Het is dan ook geenszins de zucht om te oorlogen, die zoo wel Divide et impera. O. I. C. Over dozen oorlog hebben velen geschreven. De Stuers in het Fransch. Eene ver taling daarvan met aanteekeningen leverde Lange. Belde werken hebben meer waarde dan dat van Weitzel. Niet militairen, die over dezen oorlog schreven, zijn Nahuijs, Hageman (gemoedelijk en eerlijk geschiedvorscher) en Van SevenJioven en Van Nes in het „Tijdschrift voor Ned.-Indië". In deel XII van de „Verhandelingen van het Bataviasch Genootschap van kunsten en wetenschappen vindt men een verhaal van den Javaschen oorlog van 1743 1756. Voor bronnen van de geschiedenis van 1825 1830 raadplege men het „Tijdschrift voor Led.-Indzemet den klapper van Boudewijnse-, voorts voor al de Javaansche oorlogen het „Repertorium" van Hooijlcaas Du Bieu, alsmede het werk van Jlir. Mr. De Jonge. Raadpleeg ten slotte: Van Hogendorp, „Coup d'oeil sur l'ïle de Java1829; Doornik „Vrijmoedige gedachten", 1826; en De Haan's „Bijdrage, enz," 1829.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 297