289 -
in vroeger als later tijden den Javaan bezieldeen geheele landstrekeri
in opstand bracht, als wel de woelige geest der hoofden, die, uit
zucht naar gewin en aanzien, door afgunst, geleden of vermeend
ongelijkhet volk tot opstand aanzetten, en die blindelings gehoor
zaamd werden, vooral wanneer zij van vorstelijken bloede waren.
A an hier dan ookdatvan de vroegste tijdenden Residenten
aan de Hoven van Soerakarta en Djohdjaharta werd opgedragen om
niet alleen den vorstmaar ook alle andere prinsen gade te slaan
en voornamelijk te zorgen, dat geen hunner zonder toestemming van
den Resident de hoofdplaats verlieten mocht het gebeurendat zij
rechtmatige grieven hadden voor te brengen, dan was de Resident
verplichtzich met de zaak in te laten en deze ten genoege
van partijen te schikken, ten einde hierdoor alle ontevredenheid te
weren.
Om met eeuigen grond over de in 1825 uitgebroken onlusten te
kunnen oordeelen, zal het noodig zijn, het verleden meer van nabij
te beschouwen, te onderzoeken, welke vroeger de gevolgen zijn ge
weest van de zoo menigwerf gestoorde rust, zoo wel met betrekking tot
de Javaansche vorsten zeiven, als het Europeescli gezag, ten einde
daaiuit conclusiën te trekken, om daarna te zeggen aan welke oor
zaken de onlusten van 1825 voornamelijk zijn toe te schrijven, en
in hoeverre het staatkundig belang van het Nederlandsch Gouverne
ment in Indiè met de rechtvaardigheid was overeen te brengenom,
in verband met de toen genomen maatregelen tot demping der on
lusten aan de Javaansche huishouding in de Vorstenlanden eene
andere gedaante te geven.
Het zal geenszins noodig zijn om al de vroegere Javaansche oor
logen in hun oorsprong, duur en einde te beschrijven; doch ik
zal blijven stilstaan bij de gebeurtenissen van de latere tijden, toen
de Nederlanders hunne macht op Java begonnen uit te breiden en
een meer actief deel namen aan de politieke handelingen der Inland-
sclie v oistenvermits daarvan het bestaan der tegenwoordige rijken
van Soeraharta en Djohdjaharta en de uitbreiding van het Neder
landsch gezag, zoowel in de strandresidentiën als in de Vorsten
landen zeiven de gevolgen zijn geweest.
19
Hiervoor te raadplegen liet bekende werk van Jlir. Mr De Jonge.