- 290
Ten einde deze gebeurtenissen in haar geheel verband open te
leggen, behoort een begin te worden gemaakt met den oorsprong-
van den vóórlaatsten Jctvaanschen oorlog, welke de boven bedoelde
splitsing van het Mataramsche rijk heeft ten gevolge gehad; die
oorsprong moet ver opgehaald wordenen om tot de eerste bron
daarvan te geraken, zal ik opklimmen tot de regeering van den Soe-
soehoenan Ramangkoerat II.
I.
Deze vorst, die zijn vader, Soesoehoenan Ramangkoerat I, na
zijn dood bekend onder den naam van Tegal aroem of Tegcd wa-
ngi, door den invloed en de ondersteuning der O. I. Compagnie, in
1678 of 1679 was opgevolgd overleed met achterlating van een
zoon, genaamd Pangeran Adipati Anoni (kroonprins) en een broe
der Pangeran Poegerdie met elkander in gedurige oneenigheid
leefden en beiden naar de beklimming van den troon dongen; de
Compagnie, beducht dat de kroonprins met de geveinsde en trouwe-
looze gevoelens zijns vaders mocht bezield wezen, gaf de voorkeur
aan laatstgenoemden prins en riep hem op den 19en Juni 1704 te Sa-
marang uit als Soesoehoenan, onder den naam van Pakoe Boewono I.
De kroonprins, die zich reeds den titel van Soesoehoenan Ra
mangkoerat Mas had toegeëigend, vermeende, wettige aanspraak op
den troon te hebben en ontrolde, ten gevolge van de kroning van
zijn oom, de vaan des opstands. Hij vereenigde zich met den be-
ruchten oproerling Soeropatieen Balineesche slaaf van zekeren Heer
Reeseen wist zich een groot aanzien en veel macht on Java te
verwerven, maar gaf zich, na den dood van Soeropati, aan de clemen
tie der Compagnie over, toen deze eene amnestie had beloofd.
Men oordeelde het echter raadzaam, hem, tot verzekering dei-
rust, naar Ceilon te verwijderen, alwaar hij omstreeks het jaar 1738
overleden is. Zijne drie zonen, namelijk de Pangerans Wiro Me
ng oio, Teposono en Djojo Koesoernozijn daarna op Java teruggekeerd
en hebben later, bezield met de vijandschap van hun vader, aan Pa-
koe Boewono II zeer vele moeilijkheden veroorzaakt, ja zelfs tegen
zijn leven samengespannen.
Eenige jaren na zijne regeering werd de residentie van den Soesoehoenan van
Mataram naar Kartasoera overgebracht.