293
hoe meer in het nauw gebracht en eindelijk genoodzaakt, den bij
stand vdn den Soesoehoeuan, als bondgenoot, in te roepen.
De vorst betoonde zich uiterlijk zeer genegen om de Compagnie
bij te staan, doch de ondervinding leerde weldra, dat hij van dezen
benarden staat van zaken trachtte gebruik te maken om de Com
pagnie te verdelgen, gelijk ook naderhand, door het overloopen dei-
meeste stranaregenten als anderszins, bleek, dat hij werkelijk met
de Chineezen samenspande, hoewel de uitwendige houding des vor
sten ten opzichte van de Compagnie steeds zijne gehechtheid te kennen
gaf, tot dat liij eindelijk zijne ontrouw ontmaskerde door het bele
geren en verslaan der Europeesche bezetting van Kartasoera, waarvan
het eene gedeelte om het leven gebracht en een ander gedeelte ge
dwongen werd, het Mohamedaansche geloof te omhelzen. Als de
voornaamste redenen, welke den Soesoehoenan tot zoodanig gedrag
hebben kunnen leiden, worden aangegeven de algemeene onderdruk
king en mishandeling, welke zijn volk onderging; het onvervuld
laten van alle zijne rechtmatige verzoeken en vertoogen; de groote
zucht der Compagnie, om, met verwaarlooziug van alle andere be
langen, zich ten koste van land en volk te verrijken en alles naar
zich toe te halen.
Ook wordt in 't bijzonder aangehaald de persoonlijke afkeer tegen
den commandant van hot garnizoen te Kartasoera, den Heer Van Velzen,
die zich allerlei grove gedragingen en minachtende bejegeningen tegen
de Inlandse]ie grooten veroorloofde, terwijl hij zelf mesties (te Dja-
para uit eene 'Javaansche moeder geboren) was.
De vorengenoemde Pangeran Teposono, zoon van den op Ceilon
overleden kroonprins (of Soesoehoenan Hcmangkoerat Mas) was
beschuldigd gewordeneene samenzwering te hebben gesmeeden
werd vervolgens om hot leven gebrachtde zoons van dien prins
Raden Mas Wiromedjo en Grendiverlieten daarop met alle hunne
verwanten het hof en vereenigden zich met hun oom, Pangeran
Wiro Meng oiomet de oproerige Chineezen, bij wie zij goed wer
den ontvangen,
Eene grief dus, waarop de Regeering nog heden ten dage let bij de benoe
ming van residenten en militaire commandanten van SoeraJcarta en Djolccljcikarta