314 soortelijk gewicht met tusschenruimten1 a 1,1. Bij de voorloopige beproeving van dat kruit bleekdat men daar mede bij het veldkanon met eene lading van 0,k75 eene snelheid van 403 M. kreeg op 50 M. van de monding, bij een gasdruk van 1360 atmospheerenen bij 0,kS lading eene snelheid van 418 M., bij een gasdruk van 1410 atmospheeren. Het Nederlandsche kiezelkruit gaf dus door zijne blijkbaar langza mer verbranding wel 10 M. minder snelheid dan het Kruppsche kruit bij gelijke ladingen, maar de gasspanuingen bedroegen dan ook 200 a 250 M. minder. "Verbrijzeling der projectielen had bij dit buskruit niet plaats. De kamer van de kanons, zooals deze oorspronkelijk geconstrueerd waren, was echter te klein om de lading van 0,k8 goed te kunnen bevatten, en daar de commissie de 10 M. aanvankelijke snelheid niet gaarne wilde opofferen, vooral omdat die opoffering uit het oogpunt van de grootte der gasdrukkingen geenszins noodig was, werd na overleg besloten, de kamer in de lengte eenigszins op te boren, en den kanons daardoor de tegenwoordige, bovenvermelde constructie gegeven. Met deze opgehoorde kanons en ladingen van voor het veld- en bergkanon, respectievelijk 0,k8 en 0,k48, werden nu aanvankelijke snelheden van gemiddeld 421 en 300 M. verkregen; de snelheden hier bij de monding gerekend. Op grond van deze resultatenwerd door den Minister van Kolo niën bepaalddat voorlopig 2000 KG. van dit buskruit zoude worden aangemaakt en naar Indië gezonden, doch dat eerst na rap port uit Indiëdat het buskruit ook daar goed voldoet, definitieve maatregelen omtrent de aanschaffing er van genomen zullen worden. Het kiezelkruit, dat voor het schieten uit den veld- en bergvuurmond uitstekend voldeed, was echter voor het werpen te langzaam ver brandend eene lading van 0,k06 kiezelkruit was niet voldoende om de granaat uit den vuurmond te drijven; al het gas ontweek door het zundgat, dat door het buskruitslijm geheel verstopt raakte. De beproevingscommissie vestigde toen voor het werpen hare keus op

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 323