315 het buskruit N° 2dat sneller verbrandt dan het buskruit 1 waardoor de worpen regelmatiger zullen vallen. Hoewel nu het bezigen van twee buskruitsoorten wellicht eenig nadeel daarstelt, moet hieraan toch niet te veel gewicht worden toegeschrevenvooral ook omdat het buskruit nooit als zoodanig maar altijd in den vorm van kardoezen bij de batterijen wordt medegevoerd, en het nadeel dus aldaar geacht kan wordenopgehe ven te zijnin ieder geval zal men ter wille van een juist en tot een maximum van uitwerking opgevoerd worpvuur over dit geringe nadeel heên moeten stappen. f. Afmetingen en gewichten. Om over de afmetingen en gewichten te kunnen oordeelen, in ver houding tot die van de in Europa in gebruik zijnde veldvuurmon- den, volgt hier eene tabel van de voornaamste van die afmetingen en gewichten. n Indisch veldkanon van 7cm,5. OostenrijTcsch veldkanon van 7cm,5. Engélsch kanon van 9 voor rijdende artillerie. Italiaansch veldkanon van 7cm,5. Geheele lengte van den vuurmond in mm. 1800 1950 1892 1780 Lengte der richtas 940 1000 1000 70 97 Afstand van de buitenvlakken dertapborsten. 205 252 197 Middellijn der ziel over de velden 75 75 76,2 75 Middellijn der ziel over de trekken 77,5 77,5 77,6 Aantal trekken 24 24 3 12 mm. 1,25 1,25 1,3 2,8 2,8 3,6—7,1 7 7 16-12,5 Spoed der trekken prog. eindsp. 45 30 47 4 in kal. 32 Ge-wicht van het kanon met sluitstuk. in KG* 235 299 305 300 35 37 18 Gewicht der gevulde granaat 4,3 4,3 4,11 3,72 Gewicht der gevulde granaatkartets 4,355 4,669 4,44 4,20 Gewicht der kartets 4,2 4,728 4,46 4,11 0,8 0,95 0,794 0,55

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 324