321 slaanden steel. De klos is samengesteld uit twee holle halve cilin ders, van borstels voorzien, die van voren en van achteren door een koperen ring verbonden zijn. De klos wordt op den steel geschroefd. De steel is in twee deelen verdeeld, die verhonden zijn door een in beide deelen bevestigd messingen staafje met scharnier, dat hij in eengezetten wisscher in het inwendige daarvan verborgen is. De wis- scher wordt tegen vuil beschut door een lederen overtrek. De opzetwaarvan de inrichting boven reeds werd medegedeeld wordt, wanneer die niet op den vuurmond geplaatst is, geborgen in een lederen opzettaschje, dat eene plaats vindt in het gereedschaps kistje van den voorwagen. De ruimnaald heeft een houten handvat en is met een riem aan de zij wang van de affuit verbonden. De projectieldrager is een J" vormige sleutelvan onderen voor zien van een schoeftapdie in de moer van de sluitschroef pasthij dient om het projectiel uit den voorwagen te nemenindien dit mocht klemmen. Het kwadrant is een libelkwadrant met noniusdat bij gebruik geplaatst wordt langs de daarvoor op het vierkante gedeelte van den vuurmond aangebrachte lijnen. Het- aftrektouw heeft aan het eene einde een ijzeren haak om in het oog van het pijpje gehaakt te worden en aan het andere een houten handvat, dat in de lengte doorboord en over het touw ver schuifbaar is. Het aanvuringsdoosje bevat 4 blikken doosjes, waarvan twee met slagdoppen en twee met wrijvingspijpjes gevuld zijn; het wordt ge borgen in een daartoe tegen eene der zijden van het gereedschaps kistje aangebracht houten raam. De slagdoptasch is voorzien van een draagriem, om om het lijf gedragen te kunnen wordenen bevat een afzonderlijk tascbje voor den buizensleutel. De pijpjestasch heeft dezelfde uitwendige gedaante als de slag doptasch, doch geen taschje voor den buizensleutel. De kardoestasch. Hiervan bestaan de boven reeds vermelde twee soorten van bruin en zwart leder; het zijn vierhoekige tasschen, voorzien van een overslaand deksel en een handvat, om ze uit den 21

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 330