326 twee raden, twee zij wangen met vijf verbindstukken, het staartbeslag, den richttoestel en de lamoenberrie. De as is in liet midden cilindrisch, buiten de zijwangen conisch en gaat daarna met eene borst over in de asarmendie weder cilindrisch zijn en zeer weinig storting hebben. Aan de einden daarvan bevinden zich oogen voor de haken der rem- en trektouwen. Yóór- of achterasschijven zijn niet aanwezigde raden loopen eenvoudig tusschen de borst der as en de luns; lunsgaten en lunzen met spiëen zijn dezelfde als bij de veldaffuit. De raden zijn van dezelfde constructie als die der veldaffuit, doch van geringer afmetingen; zij hebben geene naafbussen, doch eene in de bronzen naaf zelve uitgeboorde smeer kamer van geringe diepte smeerkanaal en slijkring zijn niet aanwezig. De twee zijwangen loopen eerst evenwijdig en later naar elkander toe; de verbinding met elkander en met de as wordt op dezelfde wijze verkregen als bij de veldaffuit; het 3de, 4d0 en 5de verbind stuk vormen op overeenkomstige wijze een gereedschapskistje buiten tegen elke zijwang is een kartetskoker voor één kartets, aan de rechter bovendien eene bergplaats voor de ruimnaald aangebracht. Het staartbeslag, dat de zijwangen aan het einde omvat, heeft twee verhoogstukken met gaten voor den bout van de draaiende lamoenberriede bout ligt vast in de gaten der verhoogstukken de lamoenberrie is om den bout beweegbaar. De richttoestel bestaat, even als bij de veldaffuituit eene dub bele stelschroef; de armen van de stelschroefmoer zijn echter aan den binnenkant van de zij wangen vastgeklonken, zoodat de moer niet beweegbaar isde vork bestaat hier uit eene enkele stang, die den kop van de inwendige stelschroef met twee tanden omvat en daarmede door een bout met moer scharnierend verbonden isterwijl die zich met het andere einde als speeleinde geheel vrij beweegt door eene opening in het tweede verbindstuk. Die stang dient hier dus uitsluitend 0111 het draaien van de inwendige stelschroef te beletten en niet tot het leiden en beperken van de beweging der eigenlijke stelschroefmoer, daar die hier niet beweegbaar is. De noodige haken, oogen en krammen zijn aangebracht voor het

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 335