329
Uitwerking der granaatkartetsen en kartetsen tegen drie houten
schijven, 1. 30 en h. 2,7 M., geplaatst op een onderlingen afstand
van 20 M. met de normal-lading van 0k,48 Neclerlandsch kiezelkruit.
e
N. B. Het blijkt niet of hier met St. of Geg. IJ. granaatkartetsen
is gevuurd, zoodat springlading en aantal kogels niet opgegeven kun
nen worden. Van de op 25 November gedane schoten met gevulde
granaten zijn geene trefferopgaven of schijfbeelden overgelegd.
f. Draagbare munitiekist.
Deze is vervaardigd van staalplaat en heeft ongeveer denzelfden
vorm als het Indische munitiekistje; zij is van twee draagoogen
voor de haken van den draagbok en van een heugel voor den singel
voorzien. Het openen geschiedt echter niet door de beweging van
het smalle bovenvlak, zooals bij onze kistjes, maar door het voorvlak,
om de onderste ribbe naar beneden te slaan. Het kistje is door twee
loodrecht op elkander staande tusschenschotten in vier ongelijke
vakken verdeeld. Een vak is bestemd voor 6 puntprojectielen, het
daarnaast liggende voor één kartets; boven de puntprojectielen is eene
CD
f—
00
<A
ft
Gebezigde
opzethoogte. 1
Projectiel.
Aantal kogels K
Aantal schoten. I
Afstand in M.
Spring-interval
in M.
Springhoogte
in M.
Aantal treffers
in schijf.
Aantal getroffen
rotten in schijf.
I.
II.
III.
Totaal, j
I.
II.
III.
j Totaal.
Nov.
43
139
18
18
Granaatkartets.
10
500
120
0— 6
212
183
184
579
49
47
tot
21°/oo
4,355
50
18
51
idem.
10
1000
100
0— 9
330
278
311
919
47
46
44
137
tot
53°/00
20
121
18
91°/oo
idem.
10
1500
130
0 10
128
212
266
606
42
37
42
tot
45
19
40°/oo
Kartets.
69
5
300
50
31
24
105
34
21
IS
73
4,2
19
40
idem.
69
5
300
31
24
12
67
22
18
11
51
en
50 °/00
41
19
40 °/00
idem.
69
5
400
37
9
3
49
30
8
3
19
60°/oo
idem.
69
5
400
36
13
13
62
27
10
10
47