344 - Doet men liet eerste, clan zal men spoedig pasar's der bevolking zien ver rijzen in de onmiddelijke nabijheid onzer benting's of bivouacs, waardoor het voordeel verkregen wordt, meer in aanraking met de bevolking te ko men en van haar, zoo noodig, werkvolk te verkrijgen. Is de vijand door herhaalde gevechten aanhoudend verontrust en zóó ver gekomen, dat hij zich niet meer dan in kleine gedeelten en op on derscheidene punten durft te vertoonendan moeten ook wij onze macht verdeelen. Was er vroeger sprake van het ageeren van eene colonne of zelfs van vereenigde colonnesnu moet elke colonne in detachementen worden gesplitst. Elk detachement ageert dan afzonderlijk of met een ander vereenigd, gelijk zulks vroeger met de colonnes geschiedde. Blijft men de bevolking goed behandelendan zullen de berichten omtrent den vijand thans menigvuldiger en beter worden. Yoert men den oorlog in een bergland, en houdt de vijand zich nog in de vlakten op, dan zal hij die niet spoedig verlaten, omdat hij daar nog overvloed vindt. De de tachementen zullen zich dan nog menige snelle beweging moeten getroos ten, alvorens den vijand van daar verjaagd te hebben. Wil men hem aanvallenzoo geschiede dit liefst in den vroegen morgen. Kan ditzoo overvalle men hemmet overmachtdoch zonder te vurenin den kam- pong, waar liij verblijf houdt. Alles vlucht dan weder, maar die ver strooiing verzwakt ook weder onze tegenpartij. Eindelijk dwingt men, zoodoende, den vijand met zijne verzwakte macht naar het gebergte te wijken. Dan zal men dagen lang niet van hem hooren en kunnen hooren. Wederom vorschen goed betaalde spionnen uit, waar de wegen (paden) zijn, die tot het verblijf des vijands leiden. Zoodra men dit weet; !sendt men derwaarts zoo spoedig, maar zoo geheim mogelijk, detachementen, die hem moeten trachten aan te tasten en zijn terugtocht moeilijk te maken. Het verblijf in het gebergte is aan vele Inlanders, die er niet t'huis behooren, onaangenamer dan wel gedacht wordt, ook omdat zij daar minder weelderig kunnen leven. Yooral moet worden getracht, de hoofden van den opstand op het spoor te blijven. Moeten enkele voor name punten soms tijdelijk bezet worden, met de overgebleven beschik bare troepenmachtin detachementen opgelostvervolge men die hoofden en hun aanhang rusteloos. Daarvoor zijn uitgelezen officieren als een Kapitein Halewijn in Atjeh en onvermoeide soldaten noodig. Zoodanig detachement neemt zoo veel voedsel en munitie mede als noodig is, houdt slechts korte haltes, liefst in de heetste uren van den dag en zoo veel mogelijk verwijderd van elk menschelijk verblijf, opdat de vijand omtrent zijne vervolging en den afstand, dien hij ons denkt vooruit te zijn, in

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 353