355 Voor de toekomst werd niet gewerkt, en aan voorbereiding voor expë- ditiën en voor een mogelijken oorlog met een Europeesclien vijand werd de hand niet geslagen. Dit was echter niet, omdat men het groote be lang daarvan niet inzag, getuige de voorstellen van Generaal Kroesen maar eenvoudig omdat het daartoe noodige personeel ontbrak. Na de oprichting van den Generalen staf viel de behandeling der zaken die op het gebied van bovenbedoelde legerbelangen in den loop van tijd geregeld voorkomen en onmiddelijke afdoening vereischenaan het Hoofdbureau van den Generalen staf ten deel. De overige afdeelingen van het Departement van Oorlog werden daardoor van een aantal werk zaamheden onthevendoch zonder dat dit voor het personeel dier afdee lingen eenige vermindering van arbeid opleverde, wijl de oprichting van den Generalen staf samenviel met den Atjehschen oorlog, die de werk zaamheden op elk gebied zoo belangrijk deed toenemendat menook zonder de oprichting van den Generalen staf, het Departement van Oor log minstens met een gelijk aantal officieren had moeten uitbreiden, als nu voor het Hoofdbureau der VIIe afdeeling werd bestemd. Gaan wij nu na, dat van het personeelaan het hoofdbureau verbonden, volgens de bestaande bepalingen 1 Majoor in Atjeh(als chef van den staf) 1 Kapiteinsteeds in commissie, en 1 Kapiteinadjudant van den Legercommandant isen deze laatste, als hij tot den Generalen staf behoort, niet bij dit wapen mag vervangen worden dan blijven voor het werk op het hoofdbureau slechts beschikbaar: de Koloneléén Luitenant-Kolonel en één Kapitein. Deze officieren zijnwanneer zij onverpoosdmet inspanning van alle krachten werken, niet eens voldoende, om alle zaken, die geregeld voor komen en onmiddelijke afdoening vereischen, behoorlijk te behandelen; aan voorbereidende werkzaamheden voor expeditiën kunnen zij zelfs niet denken. Zij kunnen alleen in het voorbijgaan een begeerigen blik werpen op de volle en eerbiedwaardige, hoewel nog niet behoorlijk geordende archie ven en den wensch uitendat spoedig de Generale staf zóóveel zal worden Deze hoofdofficier iB sedert door een Majoor bij het hoofbureau (tijdelijk) vervangen. Redactie. Niet behoorlijk geordend omdat voor zulk een uitgebreid als kostbaar archief van den Iiidischen Generalen staf (men denke slechts aan het archief der krijgsgeschiedenis na 1816) geen eigenlijke, der zake kundige archivaris is toegestaan, zoodat een onderofficier met het moeilijk beheer daarvan moet worden belast! Redactie.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 364