359
staf uitgetrokken. Dit is noodig, opdat de Ckof van die dienst kunne
zorgen, dat bij bet in kaart brengen der verschillende gewesten de mili
taire eiscken in bet oog worden gehouden.
In het algemeen, en in het hijzonder voor een klein leger als het
onzeis het niet wenschelijkdat de vaste betrekkingen bij die dienst
door officieren worden vervuld. Om een goed chef van de Topograpkisehe
dienst en van eene der opnemingsbrigades te worden, is toch eene jaren
lange toewijding noodig. Do officieren komen gedurende dien tijd in
geenerlei aanraking met den troep en kunnen bij den uiterst vermoeienden
werkkring, die hun deel is, slechts bij uitzondering hunne aandacht aan
de eigenlijke militaire wetenschappen wijden. Daardoor verliezen zij soms
den lust, later weer bij het eigenlijke leger in te treden, zoodat dienten
gevolge een deel van de beste officieren verloren gaat voor hetlegei,dat
hen werkelijk niet kan missen.
Eene Stafschool is hier boven niet onder de organisatie van den Gene-
ralen staf opgenomen, niet, omdat wij de oprichting eener Stafschool in
Indië niet bepaald noodzakelijk achten zooals later zal blijken maar
omdat wij te duidelijker willen doen uitkomen, dat eene reorganisatie
van den Generalen staf niet op de oprichting van zulk eene school behoeft
te wachten.
De reorganisatie van den Generalen staf toch vereischt spoed. Elke
maand, die daarmede gewacht wordt, heeft tengevolge, dat het werk
der voorbereiding weer zooveel later gereed zal zijn. Men talnie daar
mede dan ook niet. Het noodige personeel is toch in ruime mate voor
handen, daar, b.ekalve de officieren, afkomstig van Staf- en Krijgsschool,
no er tal van officieren, die tot de beste van hunne wapens belmoren, de.
O 1
noodige kunde en ijver bezitten, om het werk der voorbereiding goed
en met lust aan te vatten.
Kaast de versterking van het leger en de uitbreiding van den Gene
ralen staf, staat de Regeering nog een belangrijk middel ter dienste om de
weêrkracht van het leger te verhoogen. Dit middel bestaat in het be
vorderen van alle maatregelen, die kunnen dienen om het Nederlandsch-
Indische leger van een zeer ontwikkeld, intelligent officierscorps en van
een deugdelijk kader te voorzien.
De noodzakelijkeid daarvan wordt evenmin als het gewicht eener goe
de voorbereiding tot den oorlog levendig genoeg gevoeld bij niet-militai-
ren, dus bij het volk, welks belang voortdurend toch zoo na betrokken
is bij de resultaten, die het Nederlandsch-Indische leger op het slag-