28 met elkander zouden gekomen zijn, zou de oudste hoofdofficier liet algemeen bevel op zich nemen. De verdere details kan ik niet meer nauwkeurig opgeven. De meening van den Heer Vis, dat het doel, hetwelk de Opper bevelhebber zich voorstelde, dus vrij duidelijk was aangegeven, kan ik niet in alle opzichten deelen. De uitdrukking b. v. „in zuidelijke richting naar de zijde van Longiis zeer onbepaald, wanneer men bedenkt, dat eigenlijk niemand (van onze zijde namelijk) wist, waar Longi lag (altijd gerekend op den 18tlon en het begin van den 19den Augustus 1878). Alleen de Luitenant-Kolonel H. Demmeni had (zooals hij mij heeft medegedeeld) gedurende den tijd, dat hij com mandant van de zuid-ooster linie te Lambaroe was, eenige inlich tingen omtrent Longi bekomen; maar daar de inlichtingen van Atjehsclie hoofden, in den regel, niet te vertrouwen waren, werd daaraan betrekkelijk weinig of geene waarde gehecht. Wat mij betreft, ik heb eerst den 20sten Augustus met Longi kennis ge maakt, 'en werd het mij dien dag duidelijk, dat, de richting van den weg volgende, welken de Heer Demmeni had genomen, men zich al meer en meer van Lamkrah verwijderde, in stede van daar aan te komen, waar men toch wezen moest. De ligging van Lamkrah was echter den Heer Demmeni (ten minste ik moet zulks veronderstellen) even goed bekend als mijdaar wij er den 5den Augustus gezamenlijk tegen geageerd hadden. Zijn colonne was dus oostelijk afgedwaald. De Kapiten Vis zegt in zijne voordracht: In den namiddag van den 18den Augustus werd te Montasik eene conferentie gehouden in de hut, door den Luitenant-Kolonel Godin geoccupeerd, enz. Dit is juist; alleen is vergeten, de toenmalige le Luitenant Soe- terikthans Kapitein, te noemen. Ook die officier woonde de conferentie bij. De kwestie der dwangarbeidersbij die gelegenheid besproken was als volgt. Vóór de aankomst der troepen te Montasik had ik eens eigener autoriteit, maar in het belang van den tocht, bij gele genheid van den opmarsch naar Montasikhet transport, dat da gelijks moest gaan naar Lambaroeniet laten afmarcheeren, omdat ik de daarvoor bestemde dwangarbeiders niet kon missen, Deze

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 37