29
handeling werd zóó euvel opgenomendat ik stellige bevelen kreeg
nimmer meer de vivres-transporten aan te houdenzoodat ik mij wel
wachtte, zulks nogmaals te doen. Op grond daarvan, was op den
18den Augustus het vivrestransport vertrokken op de gewone wijze.
Door het vertrek van het transport was het aantal beschikbare
dwangarbeiders sterk verminderden stuitte men, zoo als de Heer
Vis terecht opmerkt, direct op het bezwaar van gebrek aan trans
portmiddelen. Om daarin te voorzien, stelde ik in de conferentie
vóór, van de gedetacheerde compagnie te Senelop, waarbij zich 23
dwangarbeiders bevonden, zooveel naar Montasih te doen overkomen,
als mogelijk wasen verzocht ik den Heer Demmeni, met zijne
gedetacheerde compagnie te Montasik-Mesigit hetzelfde te doen.
Toen nu het aantal beschikbaar wordende koelies werd getotali
seerd, bekwam ik een geheel, dat zeer voldoende bleek te zijn, en
was de Heer Demmenidie bestemd was, eene colonne te comman-
deeren, de eerste om zulks te erkennen, zoodat die moeilijkheid uit
den weg was geruimd. Dat zoogenaamde behelpen, waarover de
Kapitein Vis spreekt, had dus niets te beteekenen. Door mij was
het middel aangewezen om in het gebrek aan transportmiddelen te
voorzien. Aan de kwartiermeesters der beide colonnes werd last
gegeven, voor de noodige verdeeling in vrachten voor 2 man te
zorgen. Het is wel mogelijk, dat in den vroegen morgen van den
19d™ [wij moesten om half vijf uur oprukken uit Anagaloeëng, na
vóór dien tijd de Atjeli-rivier te zijn overgetrokken] buiten mijn
weten, de kwartiermeester mijner colonne dien der colonne Demmeni
eenige dwangarbeiders afhandig heeft gemaaktmaar nu de colonnes
door mij waren samengesteld en ingedeeld, had door den colon
necommandant of diens kwartiermeester maar gezorgd moeten wor
den, dat de hem toegewezen dwangarbeiders present waren.
In de op het oogenblik van den afmarsch heerschende duisternis
en drukte was het mij onmogelijk, alles, wat de colonne Demmeni
betrof, na te gaan, en bovendien, dunkt mij, ook al lang de tijd
aangebroken, dat die hoofdofficier zelf handelend moest optreden.
Yan mijne zijde werd alle mogelijke moeite aangewend, den Heer
Demmeni nog vóór den afmarsch te spreken te krijgen, maar dit
mocht mij niet gelukken.