385 We hebben gesproken over de bronnen voor het infanteriekader bij het Indische legerdat kader zelf en de middelen om het eerste productiever, het laatste ontwikkelder te maken. We zouden dus nu kunnen overgaan tot het aangeven onzer denkbeelden over de organisatie en formatie eener Kaderschool voor de Infanterie. Om dat goed te doen, moeten en organisatie en formatie op behoorlijke gegevens berusten, en deze bezitten wijzoo als hier boven reeds gezegd is, niet. Wij kunnen wel uit de A. O. No. 67 van 1877. (Formatie van de veld- en depötbataljons Infanterie) de verhouding tusschen het Europeesche en Inlandsche kader bij die infanterie- corpsen vinden, maar wij weten dat niet van de garnizoens- en seden taire troepen der Infanterie. En zelfs al wisten wij dat, dan moeten wij nog weten, hoeveel het jaarlijksch verlies bij het Europeesche kader grooter is dan bij het AfrikaanscheAmboineesche en Inlandsche. Maar, dat weten we zeker, dat wanneer in 1872, zonder de opheffing der Corpsscholen3 compagniën voor de Kaderschool noodig werden geacht, thans, met opheffing der Corpsscholen3 iets sterkere com pagniën zeker niet te veel zullen zijn. Wij gaan thans over tot de ontwikkeling onzer denkbeelden over de samenstelling der Kaderschool. Wij zullen daarbij gebruik ma ken van het reglement der opgeheven Kaderschooldat niet in druk is. De Kaderschool is bestemd voor de opleiding van jeugdige, goed oppassende korporaals en soldaten tot goed, theoretisch en practisch gevormde en van degelijke militaire begrippen doordrongen on derofficieren (sergeanten en fouriers) en korporaals. Daar de Ka derschool uitsluitend moet dienen tot vorming van kaderzou het wellicht aan te bevelen zijn, aan de school tevens eene opleiding voor sergeant-majoor te verbinden en die zóó uit te breiden, dat de van de school afkomstige sergeant-majoor tevens kan voldoen aan de vereischten voor adjudant-onderofficier. Zij bestaat uit een staf en 3 compagniën. De staf telt: 1 Majoor of Luitenant-Kolonel, 1 Luitenant-adjudant, speciaal voor het kader, 1 Luitenant voor speciale diensten, voor bureaudiensl 25

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 394