392
geschikt behoefde te zijn, kon met eene geringe breedte van het hoofd,
matige houtafmetingen en een lichten bok op den hoofdkop worden
volstaan.
De noodige materialen voor een zeehoofd werden, ruw voorbewerkt,
bij de Genie-uitrusting gevoegdze zijn echter, eenigszins gewijzigd,
eerst na den terugkeer der 2e expeditie voor een tijdelijk zeehoofd
te Oleh-leh benut, dat nog lang na de voltooiing van het inmid
dels onderhanden genomen ijzeren zeehoofdin gebruik bleef en
eerst in 1877 onder de verwoestingen van den paalworm bezweek.
Plaat no. 8.
Bij de uitrusting der 2e expeditie tegen Atjeh werd er op gere
kend, dat bergplaats noodig zou zijn voor circa 8000 KG. bus
kruit.
Hiertoe werd aangemaakt een houten buskruitmagazijn van 10 M.
lengte (gemeten op het midden Ier eindgebinten) en 3,50 M. breedte.
Van dit gebouwtje zijn de eerste 2 M. lengte door een planken
beschot afgescheiden, waardoor een portaal gevormd is; het eigen
lijke magazijn heeft alzoo 8 M. lengte. Hierin zijn 2 buskruitton-
stelhngen van het gewone model geplaatst, ter lengte van 6,50 M.;
rondom den voorraad blijft alzoo een circa 1 M. breede gang open.
Ter vermindering van het brandgevaar is het magazijn gedekt
met rolijzer (op planken beschot).
Bij dit gebouw werd de constructie almede zoodanig ontworpen,
dat de opstelling in een minimum van tijd zou kunnen geschieden.
Men diende dus allen omslag van fondeering en van timmerwerk
te vermijden, en kwam daarom tot de volgende samenstelling.
Het magazijn bestaat uit elf gebinten, welke op 2 M. midden
op midden van elkander worden geplaatst; hierdoor konden alle gor
dingen vervallenen ontstond de gelegenheid om omwanding en
dakbeschot dadelijk op de gebinten te bevestigen. De liggers dei-
gebinten benevens de ter ondersteuning van den vloer aangebrachte
tusschenliggers rusten op drie langsche onderliggers, welke, om ze
IX. HET HOUTEN BUSKRUITMAGAZIJN.