BIJDRA.GE TOT DE KENNIS DER OORZAKEN YAN
DEN OORLOG OP JAYA. (1825—1880.)
VervolgZie af. No. 9).
Mangkoe Negoro, in zijne jeugd genaamd Mas Said, was een
jongere zoon van den op Ceilon overleden Pangeran Mangkoe Ne
gorovan wien te voren sprake was. Hij verwijderde zich reeds
vroeg met zijne moeder en zijn pleegvader Koedono Warso van het
hof; zijn verblijf altoos bij de rebelleerende prinsen houdende, was
hij het woelig en krijgszuchtig leven van zijne jeugd af gewend.
Ofschoon hij zich niet dadelijk tot hoofdrebel opwierp, hield hij het
evenwel steeds met des Soesoehoenans vijanden. Onder hunne banieren
kreeg hij allengskens veel bekwaamheid in het voeren van den oor
log zoo dat hijwien het nooit aan aanhang heeft ontbroken en
die tegen alle ongemakken en vermoeienissen buitengewoon gehard
wasniet dan met zeer veel moeite ten onder gebracht kon worden.
Met deze voordeelen begaafd, door een bijzonder vluggen en woel
zieken geest bezielden daarenboven trotsch van aardverbeeldde
Mangkoe Negoro zich, tot jaren gekomen zijnde, dat hij op zijne vijan
den de overhand zoude verkrijgen en Java's troon meester zoude kunnen
worden. Deze ontwerpen zetten hem niet weinig aan, om alle aan
biedingen, door den Soesoehoenan en de Compagnie gedaan, van de
hand te wijzen.
De Gouverneur-Generaal Van ImhoffJava's Oosthoek bezichtigd
hebbende, begaf zich vervolgens in 1746 naar Soerakartawerwaarts
het hof van den Soesoehoenan was verplaatst, ten einde te pogen,
de gemoederen van de prinsen te bevredigen en hen tot verzoening