398
Mangkoe Boemi zelf scheen het omzwervend leven moede te wor
den en naar rust te verlangen, doch zijne heerschzuchtige begrippen
beletten hem, zich onder het gezag en den dwang van den Soesoe-
hoenan te stellen.
Hij verzekerde aan de Regeering zijne goede bedoelingen jegens de
Compagnie, doch benoemde tegelijkertijd, als een bewijs zijner groot
heid, eenige zijner verwanten tot prinsen en verhief zijn zoon tot
Pangeran Adipati Anom of kroonprinseven als of hij werkelijk
vorst ware, terwijl hij aan de Compagnie verzocht, deze handeling
te willen bekrachtigen. Hij werd op nieuw tot onderwerping en een
rustig gedrag aangemaandaan het eerste gaf hij geen gehoordoch
hij hield zich eenigen tijd stilin afwachting van den afloop der ziek
te van den Soesoehoenan, die zijne stervensure zeer nabij scheen te zijn.
De heer Von HohendorffGouverneur van Java's-noordoosthoek
trok dadelijk naar Soerakarta, om den Soesoehoenan vóór zijn dood
te ontmoeten en over den hachelijken staat van zaken te spreken; hij
bracht den kroonprins, die bij zijn vader in ongenade was, voor het
ziekbed om eene verzoening te bewerken; doch de vorst was zóó
zwakdat over geene belangrijke onderwerpen kon gehandeld worden
den volgenden dag betuigde hij, allen moed te hebben verloren, en
verzekerde hijdat hij vergiftigd was, weshalve hij te kennen gaf, het
bestuur niet langer te kunnen voeren, en verzocht, dat de Gouverneur,
in naam der Compagniehet gebied over het Mataramsclie rijk wilde
overnementen einde dit over te dragen aan wien het in het meeste
belang van Java en de Compagnie zoude kunnen worden gegeven;
in het algemeen zijne kinderen en in 't bijzonder den kroonprins
in hare bescherming aanbevelende.
Op den 11™ December 1749 deed hij bij tractaat van dien datum
plechtig afstand van het Mataramsclie rijk en van al het recht, dat
hij of de zijnen daarop mochten gehad hebbenhet opdragende en
overgevende aan de Nederlandsclie Compagnie, in handen van den
Gouverneur Von Hohendorffdie het rijk wederom op eenige voor
waarden, als een eigendom of liever als een leen, overgaf aan het
beheer van den kroonprins, onder den naam van Soesoehoenan Pa
koe Boeivono III, die den 15™ December 1749 tot Soesoehoenan werd
gehuldigd.