31 "Wat de Kapitein Vis van de zuidwaarts van Lamkrali gele gene sawahvlakte mededeelt, daarvan heb ik nooit iets ge hoord; het eenige operatieplan was: „de tuchtiging van Lam kralien daarmede uit. Hoe dat plan moest uitgevoerd wor den, stond in de order aangegeven. Dat de colonne Demmeni in positie zou staan op die sawahvlakte om den vijand in die vlakte te mitrailleerendaarvan heb ik ook nooit een woord gehoord, en kan dit, naar mijne meening, alleen in de verbeelding van den Heer Vis bestaan. Dus in geenen deele in verband met de uitleggingdie de Heer Vis aan het operatieplan heeft gelieven te gevenmaar eenvoudig omdat het in de order gelast was, trok ik met 4 com- pagniën door Kliëng naar Lamkralials oudste Luitenant-Kolonel, die uit Anagaloeëng rukte, de grootste colonne onder mijne bevelen nemende. Of die op mij genomen taak gemakkelijk was of niet, kan de Kapitein Vis niet beoordeelen, omdat hij bij de colonne Demmeni was, die eene geheel andere richting uitging. Dat ik in de kampongs geene Artillerie kon gebruiken, is waar, en het is ook op grond daarvan, dat ik in de conferentie, op de verzekering van den Heer Demmenidat het door hem te doorloopen terrein vlakker zoude zijn, al de 4 stukken bij zijne colonne heb ingedeeld. Daar ik toen nog nooit naar de zijde van Longi was gemarcheerd, moest ik wel eenigszins aannemen, wat de Heer Dem meni mededeelde, daar deze hoofdofficier, volgens zijne eigene ver klaring, door ingewonnen bedchten van spionnen als van Inlandsche hoofden meer daarvan scheen te weten. Hij sprak toen reeds over den zoogenaamden sultansweg, waarvan ik tot dien dag nooit een woord had gehoord. Later, bij gelegenheid van den tocht naar Inclrapoeri, heb ik daarmede vrij goed kennis gemaakt. Het door den Heer Vis gequalificeerde als „goed gezien" had dus al weinig te beteekenen, daar het zeer eenvoudig is.Dat door naar de zijde van Longi in zuidelijke richting bedoeld werd, geloof ik ook, maar Pasar Longi ligt tevens eenigszins oostelijk, en door daarheen te marcheerenis die colonne van de aangegeven richting afgeweken. Yan het verhaal omtrent karbouwenbladeren heb ik nooit iets gehoord. Om uit Anagaloeëng door Sibreh te marcheeren, is door mij geen last gegeven. Ik vermeende, dat de colonne Demmeni

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 40