403
werd gemaakt, en daartoe was geen geschikter middel dan Mangjcoe
Boemi, die op zijn schoonzoon ten uiterste verbitterd was, op onze
zijde te krijgen en dan vereenigd tegen dezen den oorlog te voeren;
doch dit was geene gemakkelijke zaak tegenover een trotschen en
ingebeelden vijand, die door de voornaamste grooteii van het land
als vorst was erkendzonder schending der tractaten en vriendschaps
betrekkingen met den Soesoehoenandie door ons zeiven was ge
kroond en onwrikbaar onze belangen bleef behartigenterwijl eindelijk
gebrek aan macht en niet aan goeden wil de oorzaak was, dat hij
weinig uitrichtte.
Mangkoe Negoro aan den anderen kant, was vermetel genoeg om
gansch Java voor zich te eischengevende hij zelfs duidelijk te ken
nen, dat hem dat vroeger was beloofd, en dat ingeval daaraan niet
werd voldaan, het beter ware, dat hij zich weder met Mangkoe
Boemi vereenigde, waaruit dan ook genoegzaam bleek, dat zijne
bedoeling wasom voor zich zeiven het Jdvaansclie rijk te verwerven.
Terwijl hij zijne vijandelijkheden nog voortzette, trok Mangkoe Boe
mi naar Solo, 0111 de gezanten, welke hem door de Compagnie ter
onderhandeling waren toegezonden, te ontvangen; hij ontving hen
zeer heuschdoch wilde zich tegen hen niet dan in algemeene be
woordingen uitlaten, welke daarin bestonden, dat hij 0111 de helft
van Java verzocht, en zich op die voorwaarde met de Compagnie
wilde verzoenen, zoodat hij daarom verlangde, met den Gouverneur
een mondgesprek te houden, waartoe Padangantusschen Grobo-
gan en Demakeene geschikte plaats zoude zijn.
Deze bijeenkomst gehouden zijnde, was daarvan het gevolg, dat
Mangkoe Boemi zich zoude tevreden stellen met de helft der Javasche
bovenlandenzich met den Soesoehoenan en de Compagnie verzoenen
en aannemenalles in het werk te stellen om den gemeenschap-
pelijken vijand Mangkoe Negoro ten onder te brengen.
Tot dezen stap moest noodzakelijk worden overgegaanom eens
een einde te maken aan dezen langdurigcn en kostbaren oorlog.
Door de buitengewoon groote uitgaven, schaden en lasten, die deze
oorlog veroorzaakte, kon de Regeering niet dan vurig wenschendat
de rust op Java spoedig werd herstelden daarom werd ook wel
eens te kennen gegevendat de vrede den muitelingen met den degen