408 Compagnie met hare hulptroepen niet in staat waren, hem te bedwin gen of ten minste veel afbreuk te doen; want ofschoon Mangkoe Negoro dikwerf werd verslagen en verjaagd, behaalde hij ook me- nigmalen aanzienlijke voordeelen; hij verloor echter een grooten steun aan den Pangeran Bintoro [Boeminoto\ die zich te Soerabaja aan den Heer Hartingh onderwierp, doch als een schadelijk persoon, van wien men niet dan ontrouw had te wachten, benevens de tweede Regent van GresikPoespo Negorodie met den vijand had samen gespannen, naar Banda in ballingschap werd gezonden. De districten PonorogoMadioen en Tjaroeban zich onderworpen hebbende, trok Mangkoe Negoro langs het Zuidergebergte om en viel weder in Padjangalwaar onze macht hem echter staande hield. Nogmaals schreef de trotsche Mangkoe Negoro aan deu Gouver neur, dat hij de Compagnie genegen was, waarop hem werd geant woord, dat zoo hij zijn eigen welzijn wilde behartigen, het nog tijd zoude zijnzich te onderwerpenhetzij aan de Compagnie of aan den Sulthandoch verre van hieraan gehoor te geven, begon hij zijne vijandelijkheden weder en leverde verscheidene gevechten in het district Padjang, welke ten zijnen nadeele afliepen. Hierop ijlings van doel veranderende, gelijk dikwijls is opgemerkt, dat zijne gewone wijze van oorlogen geweest is, trok hij met den meestcn spoed over Toemang, Gagatan en Tingkir naar Demakwelk land hij wistdat van onze troepen ontbloot waszeer onverwachts legde hij menige desa in de ascli, en richtte hij vele verwoestingen aan. Hij versloeg onder anderen een detachement, dat onder den Kapitein Mar gait van Samarang ter hulpe was afgezondenwelke Kapitein met 40 man sneuvelde. Zoodra echter kwam onze gecombineerde macht niet van Padjang opzetten om hem te vervolgen, of hij trok met allen spoed over Grobogm en Warong naar Selo en vervolgens naar Laroh, doch, gestadig achtervolgd wordende, onderging hij verscheidene nederlagen, en moest hij weder naar het Zuidergebergte vluchten. Als een voorbeeld van den onrustigen en woelzieken geestwelken de wederspannelingenzelfs na hunne onderwerping en betoonde vreedzaamheid, nog lang blijft bezielen, mag hier worden aange-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 417