84 dus meer dan van de andere colonnes, verklaar ik niet te begrijpen. De opdracht was voor alle colonnes dezelfdewij moesten Lam krah tuchtigen. Hoe de Heer Vis tot de veronderstelling komt, dat die compagniën in den kampong een hardnekkigen strijd zouden hebben, is ook onbegrijpelijk en op niets gebaseerd. Dat bericht hangt bepaald in de lucht en is dan ook niet door de uitkomst bevestigd. Yan de colonne Tersteege weet ik niets vóór mijne ontmoeting- met die colonne vóór de kleine benting (of liever kleine aarden ver sterking) in den kampongrand van Lamkrahde daarop betrekking hebbende alinea's zal ik dus stilzwijgend voorbijgaan. In de laatste alinea van bladz. 380 leest men: „Juist toen deze compagnie tot den stormaanval zou overgaan, enz." Dat is minder juist. Er moet het volgende daarvoor gelezen worden: Toen bij de colonne Tersteege bemerkt werd, dat 2 compagniën mijner col.on- ne, met eene sectie onder den Luitenant Willink Ketjenvrij ver vooruitgeschoven, zich op mijn last de kleine benting Lamkrahmij reeds zeer goed van den 5den Augustus bekend, tot doel hadden voor gesteld, werd met spoed eene compagnie Amboineezen onder Ka pitein Botter derwaarts gezonden. Hen denkbeeld niet kunnende verdragen, dat eene compagnie eener andere colonne kans had om mijne colonne, zoo doende, vóór te zijnzond ik den Luitenant-adju dant Kroesen van het 2dc bataljon Infanterie naar de vooruitgescho ven sectie Willink Ketjen om die tot nog meerderen spoed aan te sporen. Met welken spoed die officier ook marcheerde, Kroesen begreep, dat de compagnie Botter meer kans had, eerder in de ben ting te zijn. Daarom, alleen gevolg gevende aan de inspiratie van zijn bij de colonne algemeen bekenden, onovertroffen moed, gaf Kroe sen zijn paard de sporen en rende, gevolgd door den lsten Luitenant Hooijer van de Militaire verkenningen, die zich toevallig bij mijne colonne bevond, en den cavalerist-ordonnance Hernu, de benting binnen, welke slechts door weinige Atjehers werd verdedigd, die op het gezicht der rennende paarden overhaast de vlucht namen. De uit drukking: „Het gelukte aan de compagnie Botterhet eerst in de versterkte stelling te dringen", is dus onjuistal komt die ook in het officieel verslag voor. Yerder staat er: „Door de Luitenant-Ivolohels Tersteege en Godin

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 43